In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader, vertegenwoordigd door mr. S. Maduro, een verzoek ingediend tot wijziging van de alimentatie en het vaststellen van een omgangsregeling met zijn minderjarige dochter. De moeder, bijgestaan door de advocaten mrs. A.A.D.A. Carlo en T.C. Cooman, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 juni 2016 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 5 september 2016 en een minderjarigenverhoor op 5 december 2016. De vader heeft zijn verzoek gebaseerd op een wijziging van zijn financiële situatie sinds zijn verhuizing naar Aruba, waar hij sinds 29 maart 2016 een baan heeft, maar zijn salaris niet toereikend is. De moeder heeft echter betoogd dat er geen relevante wijziging van omstandigheden is en dat de vader zijn verantwoordelijkheden jegens de kinderen niet in acht heeft genomen.
Het gerecht heeft overwogen dat de vader geen wijziging kan verzoeken voor een periode vóór de beschikking van 8 maart 2016, en dat hij onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de kinderen bij zijn verhuizing naar Aruba. De vader heeft zijn woning in Nederland verkocht, wat zijn financiële situatie zou moeten verbeteren, maar hij heeft geen inzicht gegeven in de opbrengst van deze verkoop. Het gerecht heeft geconcludeerd dat de vader niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in staat is om aan zijn alimentatieverplichtingen te voldoen.
Wat betreft de omgangsregeling heeft het gerecht vastgesteld dat de relatie tussen de vader en de minderjarige ernstig verstoord is. De minderjarige heeft aangegeven geen contact met haar vader te willen, en het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om het omgangsrecht van de vader voor onbepaalde tijd te ontzeggen. De beslissing van het gerecht houdt in dat de vader het recht op omgang met de minderjarige wordt ontzegd, en dat elke partij zijn eigen kosten draagt.