In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 14 maart 2017, wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de minderjarige te verkrijgen behandeld. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, verzoekt om samen met de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. Canwood, het gezag over hun kind te delen. De procedure volgt op een eerdere beschikking van 30 augustus 2016, waarin een voorlopige omgangsregeling was vastgesteld en de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen.
De Voogdijraad heeft in zijn rapport aangegeven dat er een verstoorde relatie tussen de ouders bestaat, waardoor er al drie jaar geen contact is geweest. De ouders zijn niet in staat om met elkaar te communiceren, wat hen belemmert in hun rol als ouders. De Voogdijraad adviseert om de moeder het eenhoofdig gezag te laten behouden. Tijdens de zitting heeft de moeder dit advies gesteund, terwijl de vader zijn verzoek om gezamenlijk gezag heeft volgehouden.
Het gerecht heeft op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting geoordeeld dat er onvoldoende feiten zijn die erop wijzen dat gezamenlijk gezag in het belang van de minderjarige zou zijn. De langdurige communicatieproblemen tussen de ouders vormen een onaanvaardbaar risico voor de minderjarige. Het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag wordt afgewezen. Daarnaast wordt een omgangsregeling vastgesteld, die geleidelijk aan meer vrijheid biedt aan de vader, te beginnen met begeleide omgang en later onbegeleide omgang.