In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 28 februari 2017, wordt een verzoek behandeld van de Voogdijraad tot het vaststellen van een kinderalimentatie voor twee minderjarige kinderen. De vader, die in persoon procedeert, wordt verzocht een maandelijkse bijdrage te betalen van Afl. 320,- voor het oudste kind en Afl. 375,- voor het jongste kind, ingaande op 1 december 2016. De vader heeft echter verweer gevoerd en stelt dat hij slechts Afl. 400,- per maand kan betalen. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 14 november 2016, gevolgd door een verweerschrift op 16 januari 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2017 was de moeder aanwezig, terwijl mevrouw S. Maduro de Voogdijraad vertegenwoordigde.
De rechter oordeelt dat het verzoek om omgang, dat door de vader is ingediend, niet voldoende verband houdt met het oorspronkelijke verzoek om kinderalimentatie en daarom buiten beschouwing wordt gelaten. De rechter benadrukt dat ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, naar draagkracht. De vader heeft zijn financiële situatie uiteengezet en de rechter komt tot de conclusie dat hij niet in staat is om een hogere bijdrage te leveren dan Afl. 200,- per kind per maand. De ingangsdatum van deze bijdrage wordt vastgesteld op 1 december 2016. De beschikking verklaart de bijdrage uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders verzochte af.