ECLI:NL:OGEAA:2017:1041

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
6 augustus 2018
Zaaknummer
309 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan diefstal en afpersing met geweld in Aruba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal en afpersing. De zittingen vonden plaats op 2 juni, 8 september en 1 december 2017. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, terwijl de verdediging zich richtte op vrijspraak. De verdachte werd beschuldigd van betrokkenheid bij een gewapende overval op een juwelierszaak, waarbij hij samen met medeverdachten een plan had beraamd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, waardoor de verdachte werd vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Echter, de rechtbank achtte het subsidiair tenlastegelegde, medeplichtigheid aan diefstal en afpersing, wel bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juni, 8 september en 1 december 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
verbeurdverklaring gevorderd van een inbeslaggenomen wit motorvoertuig van het merk en model ‘Nissan Tiida’, met autosleutel. Tevens is teruggave aan de verdachte gevorderd van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten twee sleutels, een zwarte mobiele telefoon van het merk en model ‘Samsung Duo’, een autosleutel van het merk ‘Hyundai’, een witte mobiele telefoon van het merk en model ‘Samsung Galaxy’, een zwarte mobiele telefoon van het merk ‘Samsung’, een witte mobiele telefoon van het merk ‘Samsung’, een simkaart Frame, een laptop van het merk ‘Toshiba’ en een zwarte mobiele telefoon van het merk ‘Blackberry’.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij op of omstreeks
14 januari 2017in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 2]en
[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer 3]heeft/hebben gedwongen tot afgifte van
een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes Mededader(s),
welk geweld en/of bedreiging met geweldhierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader(s):
-
een zwartkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voor-

werp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en

-
een zwartkleurige revolver, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,

heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 3] en in de richting van het bovenlichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en

-
tegen die [slachtoffer 2]en
[slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd op de grond te gaan liggen en "no toques nada o te mato”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking;

(artikelen 2:291 en 2:294 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]en/of een of meer anderen op of omstreeks 14 januari 2017 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft/hebben gedwongen tot afgifte van een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader,
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en/of mededader(s):
- een zwartkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- een zwartkleurige revolver, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/
hebben getoond aan die [slachtoffer 3] en in de richting
van het bovenlichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
- tegen die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd op de grond te gaan liggen en "no toques nada o te mato”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking;
welke feit verdachte in of omstreeks de periode van
1 november 2016 tot en met 14 januari 2017 in Aruba opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
althans tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 14 januari 2017 op Aruba medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
welke uitlokking, althans (opzettelijke) medeplichtigheid hierin heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededaders
-
aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
mededader(s) heeft medegedeeld dat er sieraden weggenomen konden worden
bij de juwelierszaak [naam juwelierszaak] en/of die juwelierszaak aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of mededader(s) heeft aangewezen en/of
-
samen met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]

en/of mededader(s) de overval heeft gepland en/of besproken en/of

-
samen met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]

en/of mededader(s) de plaats van de overval heeft/hebben verkend en/of

-
een vervoermiddel, te weten een motor, heeft verschaft om de overval te plegen
aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
mededader(s) en/of
-
die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of mededader(s) naar de plaats van het misdrijf heeft begeleid en/of
-
vervolgens op de uitkijk heeft gestaan en/of
-
vervolgens de vluchtauto heeft bestuurd;

(artikelen 2:291 en 2:294 jo. artikel 1:123, althans jo. artikel 1:124 van het Wetboek van Strafrecht)

althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij in of omstreeks de periode van
1 november 2016 tot en met 6 februari 2017 in Arubatezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten
een diefstal met geweld in vereniging en/of een afpersing in vereniging, opzettelijk
vervoermiddelen, te weten een motor en/of een auto,bestemd tot het begaan van dat misdrijf/die misdrijven, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
(artikelen 2:291 en 2:294 jo artikel 1:120 van het Wetboek van Strafrecht)
en
dat hij in de periode van
14 januari 2017 tot en met 6 februari 2017in Aruba, meermalen, althans eenmaal een voorwerp, te weten sieraden, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat voormeld voorwerp - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf;
(artikel 2:404/ 2:406 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

A.
Vrijspraak
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Ter toelichting dient het volgende.
Voor medeplegen van een strafbaar feit is een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de daders vereist. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
Uit de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 3] komt het volgende naar voren.
Medeverdachte [medeverdachte 3] is in november 2016 op illegale wijze Aruba binnengekomen en leerde in de daarop volgende dagen een aantal personen, onder wie verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6], kennen. Medeverdachte [medeverdachte 5] stelde [medeverdachte 3] in kennis dat hij ‘una buena vuelta’ voor hem had. [medeverdachte 3] begreep uit die woorden dat [medeverdachte 5] het plegen van een gewapende overval bedoelde. [medeverdachte 5] vertelde hem dat een juwelierszaak zou worden beroofd. [medeverdachte 5] stuurde [medeverdachte 3] daarna een whatsappbericht met de mededeling dat hij twee makkelijke ‘vueltas’ had en vroeg aan hem of hij die wilde uitvoeren. [medeverdachte 3] stemde daarmee in. Hij bracht de medeverdachte [medeverdachte 1] van het plan op de hoogte en deze stelde op zijn beurt anderen ([medeverdachte 4], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8]) van het plan in kennis. Medeverdachte [medeverdachte 1] en de anderen stemden ook met het plan in.
Volgens [medeverdachte 3] had verdachte hem een whatsappbericht gestuurd met de mededeling dat [medeverdachte 3] de juwelierszaak ‘[naam juwelierszaak]’ (nader te noemen: [naam bedrijf 1]) moest gaan bekijken, omdat hij, verdachte, doende was een gewapende overval op die zaak te beramen. Verdachte haalde [medeverdachte 3] op en samen reden zij naar [naam bedrijf 1] opdat [medeverdachte 3] met de zaak en de omgeving kennis zou maken. Daarnaast beraamde ook de medeverdachte [medeverdachte 6] een overval op [naam bedrijf 1], omdat hij onder meer [medeverdachte 3] daarover had gesproken. Uit de verklaringen van [medeverdachte 3] vloeit tevens voort dat verdachte, [medeverdachte 3], [medeverdachte 5], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] - die in de tussentijd met financiële hulp van [medeverdachte 3] naar Aruba was gekomen - zich in de auto van [medeverdachte 5] naar [naam bedrijf 1] hadden begeven, zodat [medeverdachte 5] en verdachte hen [naam bedrijf 1] konden aanwijzen. [medeverdachte 3] had de medeverdachten toen te kennen gegeven dat hij die overval niet zou plegen, omdat hij bang en zenuwachtig was. [medeverdachte 5] en verdachte droegen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op om de overval te plegen.
Ook had [medeverdachte 5] [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij hun verblijfplaats opgehaald en hen naar de woning van verdachte gebracht, alwaar verdachte over [naam bedrijf 1] sprak. Twee dagen na de voorverkenning werden [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opgehaald door [medeverdachte 5] om de overval te plegen. De overval bleef echter uit omdat verdachten tegen sluitingstijd bij [naam bedrijf 1] aankwamen. De volgende dag reed verdachte de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] naar zijn, verdachtes, woning alwaar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een door verdachte ter beschikking gestelde motorfiets ophaalden en zich daarmee naar [naam bedrijf 1] begaven. Verdachte en [medeverdachte 3] bleven in de auto van verdachte (een witte Nissan Tiida met donkergetinte ruiten en zwart gespoten dak) op voornoemde medeverdachten wachten. Na de overval kwamen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] terug op de motorfiets met de buit, stapten in de auto en verdachte reed vandaar weg. Bij de woning van [medeverdachte 3] werden de weggenomen sieraden gewogen en verdeeld.
De verklaringen van [medeverdachte 3] worden grotendeels ondersteund door de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6]. Die verklaringen wijken echter af met betrekking tot de rol van verdachte in het feitencomplex.
[medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard dat een gewapende overval werd beraamd, maar dat de beramers van het plan ‘[roepnaam]’ en ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ - die later [medeverdachte 3] bleek te zijn - waren en dat ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ hem had aangewezen als bestuurder van een motorfiets die gebruikt zou worden bij het plegen van de overval. Volgens [medeverdachte 1] wist een Arubaan, een vriend van [medeverdachte 3], ‘[roepnaam medeverdachte 5]’ geheten (de latere verdachte [medeverdachte 5]), van het plan af. Volgens [medeverdachte 1] kwam ‘[roepnaam medeverdachte 5]’ verschillende keren voedsel voor hen brengen en was ook verschillende keren op stap met ‘[roepnaam medeverdachte 2]’ (de latere medeverdachte [medeverdachte 2]) en ‘[roepnaam medeverdachte 3]’. ‘[roepnaam medeverdachte 5]’ haalde ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ meestal op in een kleine grijze auto. Uit de verklaring van [medeverdachte 1] volgt dat het plan in eerste instantie inhield dat hij, [medeverdachte 1], samen met vier anderen, de overval zou plegen terwijl ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ in een auto op de uitkijk zou blijven. Het plan werd door ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ gewijzigd: de overval zou door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] - die speciaal voor de overval door ‘[roepnaam]’ en [medeverdachte 3] uit Venezuela werd gehaald - worden gepleegd. Uit de verklaringen van [medeverdachte 1] volgt tevens dat hij door [medeverdachte 3] van een vuurwapen werd voorzien voor gebruik bij de overval. Op de dag van de overval werden [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] opgehaald door ‘[roepnaam]’. Zij stapten in een witte personenauto, die een A-nummer en een zwart dak had, in. Als chauffeur trad een Arubaanse man op, die ‘[roepnaam]’ of ‘ruman’ (die later verdachte bleek te zijn) werd genoemd. Deze man was, volgens [medeverdachte 1], een goede vriend van ‘[roepnaam]’ en ‘[roepnaam medeverdachte 5]’. Zij haalden de bij de overval te gebruiken motorfiets op, die later door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werd bereden. Zij reden de auto van verdachte achterna tot in de buurt van [naam bedrijf 1]. Verdachte reed zijn auto naar een afgesproken plaats teneinde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op te wachten.
De medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard van [medeverdachte 3] whatsappberichten te hebben ontvangen, waarin hij hem meedeelde dat er in Aruba makkelijk geld was te maken. Volgens [medeverdachte 2] werd daarmee het plegen van diefstallen/berovingen bedoeld. [medeverdachte 2] ging met het voorstel van [medeverdachte 3] akkoord en kwam met financiële hulp van die verdachte naar Aruba. Drie dagen na aankomst ging [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 1], ‘[roepnaam medeverdachte 3]’ en de Arubaan ‘[roepnaam medeverdachte 5]’, die een grijze personenauto met lichtgetinte ruiten bestuurde, rondrijden op zoek naar een plek waar [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een overval konden plegen om aan geld te komen, omdat hun geld op was geraakt. Uit de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 2] volgt dat [medeverdachte 5] degene was die met het voorstel kwam om op [naam bedrijf 1] een overval te plegen. [medeverdachte 5] reed vervolgens er naartoe, zodat de medeverdachten de zaak konden verkennen. Een aantal dagen later, ging [medeverdachte 5] de medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ophalen om de overval te plegen. Zij gingen eerst een motorfiets halen die door verdachte werd gebracht. Verdachte stapte daarna in de auto. [medeverdachte 1] trad als bestuurder van de motorfiets op en reed de auto van [medeverdachte 5] achterna tot in de buurt van [naam bedrijf 1]. [medeverdachte 5] parkeerde de auto en [medeverdachte 2] reed met [medeverdachte 1] weg op de motorfiets. Zij kwamen tegen sluitingstijd bij [naam bedrijf 1] aan en reden toen terug naar de auto van [medeverdachte 5]. Verdachte stapte toen uit de auto en reed op de motorfiets weg, terwijl [medeverdachte 5], [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar huis reden. Volgens [medeverdachte 2] had hij het bij de overval gebruikte vuurwapen van [medeverdachte 3] gekregen en bleef [medeverdachte 3] tijdens de overval, samen met verdachte, in diens auto op hen wachten.
Medeverdachte [medeverdachte 6] heeft verklaard met [medeverdachte 1] over het plegen van een gewapende overval op een juwelierszaak te hebben gesproken, [medeverdachte 3] en de medeverdachte [medeverdachte 2] in zijn auto te hebben meegenomen om [naam bedrijf 1] voor te verkennen maar dat de overval in eerste instantie door verdachte en [medeverdachte 3] werd beraamd. Tevens heeft [medeverdachte 6] verklaard dat verdachte zelfs het tijdstip heeft bepaald waarop de overval plaats zou moeten vinden, omdat er op dat bepaalde tijdstip geen politie op straat zou zijn.
Voorts heeft medeverdachte [medeverdachte 7] onder meer [medeverdachte 3] aangewezen als degene die voor het plegen van de gewapende overval verantwoordelijk was.
Ten slotte heeft verdachte ten overstaan van de politie verklaard dat hij eigenaar is van een witte Nissan Tiida met zwarte dak. Ten overstaan van de politie heeft de echtgenote van verdachte - naar aanleiding van een aan haar getoonde foto van de onderhavige auto - de witte Nissan Tiida met zwart dak herkend als de auto van verdachte.
Het gerecht concludeert, op grond van voren geschetste feiten en omstandigheden - in onderling verband en samenhang bezien -, dat verdachte willens en wetens heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het strafbare feit. Echter valt niet duidelijk uit de aangehaalde verklaringen van de medeverdachten te destilleren of verdachte al dan niet een leidinggevende rol in het feitencomplex heeft gehad. Zo worden afwisselend verdachte, de medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] aangewezen als degene(n) die het plan voor de gewapende overval heeft/hebben beraamd. Naar het oordeel van het gerecht hebben voornoemde medeverdachten er belang bij om verdachte een (min of meer) leidinggevende rol toe te delen, teneinde hun eigen rol in het geheel te bagatelliseren. Het gerecht acht hun verklaringen in dat opzicht derhalve onvoldoende betrouwbaar.
Het gerecht is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zowel voorafgaand, tijdens en na het plegen van het strafbare feit een meer dan hulpverlenende rol had bij de verwezenlijking van de onderhavige overval. Van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten die medeplegen van de tenlastegelegde strafbare gedraging oplevert, is geen sprake.
Het gerecht spreekt verdachte derhalve vrij van het hem primair tenlastegelegde.
B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]en/of een of meer anderenop
of omstreeks14 januari 2017 in Aruba tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft/hebben weggenomen een grote hoeveelheid sieraden,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijker te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
omzichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld enbedreiging met geweld [slachtoffer 3]
heeft/hebben gedwongen tot afgifte van een grote hoeveelheid sieraden,
in elk geval aan enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mededader,
welk
egeweld en/ofbedreiging met geweld hierin bestond dat [medeverdachte 1] en
/of[ medeverdachte 2]
en/of mededader(s):
- een
zwartkleurigvuurwapen,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- een zwartkleurige revolver,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,heeft/
hebben getoond aan die [slachtoffer 3]
en in de richting van het bovenlichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en gericht gehoudenen
- tegen die [slachtoffer 2]
en [slachtoffer 3]heeft/hebben gezegd o
mop de grond te gaan liggen
en "no toques nada o te mato”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking,
welke feit verdachte in of omstreeks de periode van1 november 2016 tot en met 14 januari 2017 in Aruba opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
althanstot en/ofbij het plegen van welk misdrijf verdachte inof omstreeksde periode van 1 november 2016 tot en met 14 januari 2017 op Aruba medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/ofinlichtingen,
welkeuitlokking, althans (opzettelijke)medeplichtigheid hierin heeft bestaan dat verdachteen/of zijn mededaders
-
aandie [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/ofeen
mededader(s)heeft medegedeeld dat er sieraden weggenomen konden worden
bij de juwelierszaak [naam juwelierszaak] en/ofdie juwelierszaak aan die [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2] en/ofmededader(s)heeft aangewezen en/of
-
samen met die [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2]
en/ofmededader(s)de overval heeftgepland en/ofbesproken en/of
-
samen met die [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2]
en/ofmededader(s)de plaats van de overval heeft/hebbenverkend en/of
-
een vervoermiddel, te weten een motor, heeft verschaft om de overval te plegen
aan die [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2]en/of mededader(s)en/of
-
die [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 2] en/ofmede-
dader(s)naar de plaats van het misdrijf heeft begeleid en/of
-
vervolgens op de uitkijk heeft gestaan en/of
-
vervolgens de vluchtauto heeft bestuurd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
subsidiair: Medeplichtigheid aan diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste lid, junctis artikelen 2:289, aanhef en onder a, en 1:124 van het Wetboek van Strafrecht
en
Medeplichtigheid aan afpersing, door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294, eerste lid, junctis artikelen 2:291, tweede lid, 2:289, aanhef en onder a, en 1:124 van het Wetboek van Strafrecht,
Deze feiten zijn begaan als voortgezette handeling.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in schuldig gemaakt aan - kort gezegd - medeplichtigheid aan een gewapende overval op een juwelierszaak. Verdachte heeft daarbij zowel voorafgaand als tijdens die overvallen bewust handelingen verricht die hebben bijgedragen aan de verwezenlijking van die misdrijven.
Verdachte en zijn mededaders hebben met deze overvallen de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Als schadelijk voor het imago voor Aruba als relatief veilig land, kunnen zij op termijn ook de economie en welvaart van dit land ondermijnen. Verdachte en zijn mededaders hebben niet alleen financiële schade aan (de eigenaar van) de juwelierszaak berokkend, maar vooral grote angst en leed aan de werknemers toegebracht. Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog langdurig lijden onder de (geestelijke) gevolgen daarvan.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat hij eerder ter zake van vermogensdelicten is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Verbeurdverklaring
Het in beslag genomen witte motorvoertuig van het merk en model ‘Nissan Tiida’, met autosleutel, waarvan ter terechtzitting is gebleken dat het aan verdachte toebehoort en dat met behulp daarvan het feit is begaan, zal verbeurd worden verklaard.
B.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast aan de verdachte van de inbeslagenomen voorwerpen, te weten
  • twee sleutels,
  • een zwarte mobiele telefoon van het merk en model ‘Samsung Duo’,
  • een autosleutel van het merk ‘Hyundai’,
  • een witte mobiele telefoon van het merk en model ‘Samsung Galaxy’,
  • een zwarte mobiele telefoon van het merk ‘Samsung’,
  • een witte mobiele telefoon van het merk ‘Samsung’,
  • een simkaart Frame,
  • een laptop van het merk ‘Toshiba’ en
  • een zwarte mobiele telefoon van het merk ‘Blackberry’,
nu deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en bijkomende straf zijn mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:67, 1:68, 1:134 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4A omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
dertig (30) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurdhet in rubriek 9A genoemde voorwerp;
gelast de teruggaveaan de verdachte van de in rubriek 9B genoemde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 22 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.