ECLI:NL:OGEAA:2017:1040

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
6 augustus 2018
Zaaknummer
310 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtreding van de Vuurwapenverordening en de Landsverordening verdovende middelen

In deze strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 december 2017 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen overtreding van de Vuurwapenverordening en opzettelijk handelen in strijd met de Landsverordening verdovende middelen. De verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. C.S. Edwards, is op verschillende data in 2017 ter terechtzitting verschenen. De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie, evenals het bezit van hennep in de periode van 1 augustus 2016 tot en met 6 februari 2017.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het gerecht oordeelde dat het voorhanden hebben van vuurwapens en het bezit van hennep ernstige inbreuken op de rechtsorde met zich meebrachten. De verdachte had in een korte tijdspanne vuurwapens en een aanzienlijke hoeveelheid hennep van haar stiefzoon aangenomen en bewaard, wat bijdroeg aan de instandhouding van het drugscircuit.

Bij de strafoplegging hield het gerecht rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar leeftijd, gezondheidstoestand en de zorg voor haar terminaal zieke moeder. Desondanks werd een gevangenisstraf van 20 maanden opgelegd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werden enkele inbeslaggenomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, terwijl andere voorwerpen aan de verdachte werden teruggegeven. Het vonnis werd uitgesproken door rechter mr. W.C.E. Winfield.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 juni, 8 september en 1 december 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. C.S. Edwards.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten onder 1 en 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van twee jaren.
twaalf patronen, een lege patroonhouder, een blauwe plastic zak inhoudende marihuanakruiden en een bruine papieren zak inhoudende een blok marihuana. Teruggave is gevorderd aan de verdachte van een inbeslaggenomen zwarte mobiele telefoon (Iphone) en twee USB-sticks.
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1. dat zij op enig(e) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2016 tot en met 6 februari 2017 in Aruba, een pistool en/of een (of meer) revolver(s), in elk geval een (of meer) vuurwapen(s), en/of een (of meer) patro(o)n(en), in elk geval munitie, als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;

(artikel 3 van de Vuurwapenverordening)

2. dat zij op enig(e) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2016 tot en met 6 februari 2017 in Aruba, opzettelijk hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, in bezit en/of aanwezig heeft gehad;

(artikel 4 van de Landsverordening verdovende middelen)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1. dat zij op
enig(e)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1
augustusdecember2016 tot en met 6 februari 2017 in Aruba,
een pistool en/of een (of meer) revolver(s), in elk geval een (of meer)vuurwapen
(s
), en
/of een (of meer)patro
(o)n
(en
),
in elk geval munitie,als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
2. dat zij op
enig(e)tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1
augustusdecember2016 tot en met 6 februari 2017 in Aruba, opzettelijk hennep,
althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, in bezit en/ofaanwezig heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
1. Overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Verordening.
2. Opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid, onder C van de Landsverordening verdovende middelen, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in een korte tijdspanne vuurwapens, een patroonhouder - die ingevolge artikel 1 van de Vuurwapenverordening ook als vuurwapen geldt - en twaalf patronen van haar stiefzoon aangenomen en voor hem bij haar thuis (in een klerenkast) bewaard. Het voorhanden hebben van dergelijke vuurwapens en munitie kan gevaarlijke situaties met zich brengen en behoort tot een categorie feiten die een ernstige inbreuk maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken.
Voorts heeft verdachte tweemaal binnen een korte periode een aanzienlijke hoeveelheid hennep van haar stiefzoon - van wie zij weet dat hij in verdovende middelen handelt - ter bewaring aangenomen. Aldus heeft zij zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van dat verdovend middel. Hennep is een stof die gevaarlijk is voor de gezondheid van gebruikers, met alle gevolgen voor die gebruikers en voor de maatschappij van dien. Drugshandel gaat immers vaak gepaard met geweldcriminaliteit en leidt tot vele vormen van criminaliteit bij de verslaafden. Verdachte heeft door haar handeling een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het (internationale) drugscircuit.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat zij nooit eerder voor enig strafbaar feit is veroordeeld. Ook in haar voordeel geldt dat zij geheel openheid van zaken heeft gegeven en dat zonder haar verklaring een deel van de tenlastegelegde feiten niet bewezen had kunnen worden.
De raadsvrouw heeft het gerecht verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met verdachtes persoonlijke omstandigheden, te weten haar leeftijd (60 jaar) en haar zwakke gezondheidstoestand (verdachte is diabeet, lijdt aan post-traumatisch stress syndroom en depressiviteit én is in verband met die geestelijke kwalen onder behandeling van een psychiater). Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte haar terminaal zieke moeder verzorgt.
Het gerecht heeft begrip voor verdachtes persoonlijke omstandigheden. Ook heeft het gerecht uit de voorhanden zijnde processtukken en het verhandelde ter terechtzitting de indruk gekregen dat verdachte geen geldelijk profijt uit de strafbare feiten heeft ge-trokken.
Het vorenstaande doet evenwel niet af aan het feit dat verdachte door haar laakbaar handelen ernstige strafbare feiten heeft begaan en daarmee aan het ontstaan van gevoelens van verloedering in de samenleving heeft bijgedragen.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur. Het gerecht zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen teneinde verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan misdrijf schuldig te maken.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van de inbeslaggenomen twee luchtdrukgeweren, twaalf patronen, een lege patroonhouder, marihuanakruiden (met verpakking) en een blok marihuana (met verpakking), zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het onder 1 en 2 tenlastegelegde met betrekking tot die voorwerpen is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
B.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast aan de verdachte van de inbeslaggenomen mobiele telefoon (Iphone) en twee USB-sticks, nu die niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:19, 1:20, 1:62, 1:74, 1:75, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twintig (20) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot
acht (8) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
onttrekt aan het verkeerde in rubriek 9A genoemde voorwerpen;
gelast de teruggaveaan de verdachte van de in rubriek 9B genoemde voorwerpen;
heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 22 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.