ECLI:NL:OGEAA:2017:1038

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
25 juli 2018
Zaaknummer
264 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en vuurwapenbezit met bedreiging

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 december 2017 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal en vuurwapenbezit, vergezeld van bedreiging met geweld. De verdachte is op 14 januari 2017 betrokken geweest bij de diefstal van een grote hoeveelheid sieraden, waarbij hij samen met een mededader geweld heeft gebruikt tegen de slachtoffers. Daarnaast heeft hij op 27 januari 2017 twee vuurwapens, een revolver en een semi-automatisch pistool, voorhanden gehad. Tijdens de rechtszittingen op 12 mei, 8 september en 1 december 2017 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van vijf jaren en zes maanden geëist, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van de geweldsaspecten. Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden, waarbij het gerecht rekening hield met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. Tevens zijn de in beslag genomen vuurwapens onttrokken aan het verkeer en is een geldbedrag van US$ 949,- verbeurd verklaard. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke misdrijven en heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden, wat in zijn voordeel is meegewogen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 12 mei, 8 september en 1 december 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.E.T. Rasmijn.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten onder 1 en 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en zes maanden, met aftrek van voorarrest.
onttrekking aan het verkeer en verbeurdverklaring gevorderd van de inbeslaggenomen vuurwapens (Cobra .38 special en Glock 17) en munitie respectievelijk van het onder de verdachte inbeslaggenomen geldbedrag à US$ 949,-.
Ook is teruggave aan de verdachte gevorderd van een inbeslaggenomen zwart tasje inhoudende een [land van herkomst] paspoort ten name van de verdachte, een etui met twee mobiele telefoons (‘Digicel’ en ‘Orinoquia’), een zwarte mobiele telefoon van het merk Samsung, een herentas van het merk ‘Swiss’, een papieren zakje, een paar zwarte sportschoenen van het merk ‘Nike’ en een pet van het merk ‘BULA’.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd conform de door hem overgelegde pleitnota.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks
14 januari 2017in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 2]en
[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer 3]heeft/hebben gedwongen tot afgifte van
een grote hoeveelheid sieraden, in elk geval aan enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mede-dader(s),
welk geweld en/of bedreiging met geweldhierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader(s):
  • een zwartkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
  • een zwartkleurige revolver, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/ hebben getoond aan die [slachtoffer 3] en in de richting van het bovenlichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
  • tegen die [slachtoffer 2]en
    [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd op de grond te gaan liggen en "no toques nada o te mato”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking;

(artikelen 2:291 en 2:294 j.o artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

2.
hij op of omstreeks
27 januari 2017in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, twee, althans een, vuurwapen(s), te weten een
revolver Cobraen
pistool Glock 17, met bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad, in elk geval (een) vuurwapen(s) en munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening;
(artikel 3 en 11 van de Vuurwapenverordening)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
1.
hij op
of omstreeks14 januari 2017in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weg-genomen
een grote hoeveelheid sieraden,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 2]en
[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijker te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk
omzichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld enbedreiging met geweld
[slachtoffer 3]heeft
/hebbengedwongen tot afgifte van
een grote hoeveelheid sieraden,
in elk geval aan enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer 1] en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en verdachtes mede-dader(s),
welkegeweld en/ofbedreiging met geweldhierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader
(s):
  • eenzwartkleurigvuurwapen,althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
  • een zwartkleurige revolver,althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 3]en in de richting van het bovenlichaam van die [slachtoffer 3]heeft/hebben gericht en gericht gehoudenen
  • tegen die [slachtoffer 2]en[slachtoffer 3]heeft/hebben gezegdomop de grond te gaan liggenen "no toques nada o te mato”, althans woorden van soortgelijkende dreigende aard en strekking;
2.
hij op
of omstreeks27 januari 2017in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,twee
, althans een,vuurwapen
(s
), te weten een
revolver Cobraen
pistool Glock 17, met bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad,
in elk geval (een) vuurwapen(s) en munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De raadsman heeft gesteld dat de verdachte ontkent dat hij geweld zou hebben gebruikt bij de hem onder 1 tenlastegelegde afpersing en dat hij daarbij een vuurwapen op het bovenlichaam van [slachtoffer 3] zou hebben gericht en gericht zou hebben gehouden. Evenmin zou de verdachte, volgens de raadsman, die [slachtoffer 3] met de dood hebben bedreigd. Nu het gerecht die delen van het onder 1 tenlastegelegde niet bewezen heeft verklaard, behoeft deze stelling geen nadere bespreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste lid, juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht
en
Afpersing, door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294, eerste lid, junctis artikelen 2:291, tweede lid en 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafecht.
Deze feiten zijn begaan als voortgezette handeling.
2. Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van die Verordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft, samen met zijn mededader, een juwelierszaak overvallen. Verdachte en zijn mededader hebben, onder het tonen van vuurwapens aan de twee aanwezige winkelbediendes, een aanzienlijke hoeveelheid (gouden) sieraden voor een totaalbedrag van Afl. 288.191,76 weggenomen. Een deel van die sieraden heeft verdachte zich door een van de winkelbediendes laten afgeven.
Verdachte en zijn mededader hebben met deze overval de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Als schadelijk voor het imago voor Aruba als relatief veilig land, kunnen zij op termijn ook de economie en welvaart van dit land ondermijnen. Verdachte en zijn mededader hebben niet alleen financiële schade aan de (eigenaar van de) juwelierszaak berokkend, maar hebben vooral aan de winkelbediendes grote angst en leed toegebracht. Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog langdurig lijden onder de (geestelijke) gevolgen daarvan.
Voorts hebben verdachte en zijn mededader twee vuurwapens - een revolver en een semi-automatisch pistool -, elk voorzien van munitie, voorhanden gehad. Het voor-handen hebben van dergelijke vuurwapens en munitie kan gevaarlijke situaties met zich brengen en behoort tot een categorie feiten die een ernstige inbreuk maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken.
De raadsman heeft onder meer aangevoerd dat verdachtes land van herkomst, [land van herkomst], in een erbarmelijke economische situatie verkeert en dat verdachte uit wanhoop de beslissing heeft genomen om in Aruba deel te nemen aan de gewapende overval. De raadsman verzoekt het gerecht met deze omstandigheid rekening te houden bij de strafoplegging.
Hoewel het gerecht bekend is met de zorgwekkende economische situatie in [land van herkomst], is het evenwel van oordeel dat verdachte slechts het oog heeft gehad op het behalen van geldelijk gewin zonder zich daarbij te laten weerhouden door de gevolgen die zijn laakbaar handelen voor de Arubaanse samenleving in het leven roept. Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van de hem door Aruba geboden gastvrijheid.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij nooit eerder voor soortgelijke misdrijven hier te lande is veroordeeld. Ook in zijn voordeel geldt dat hij openheid van zaken heeft ge-geven en dat hij ter terechtzitting er blijk van heeft gegeven verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van de in beslag genomen vuurwapens en munitie zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het onder 2 tenlastegelegde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
B.
Verbeurdverklaring
Het onder de verdachte inbeslaggenomen geldbedrag à US$ 949,-, waarvan ter terechtzitting is gebleken dat het aan verdachte toebehoort en dat geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het bewezenverklaarde feit onder 1 is verkregen, zal verbeurd worden verklaard.
C.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast aan de verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- een zwart tasje inhoudende een [land van herkomst] paspoort ten name van verdachte,
- een etui met twee mobiele telefoons (‘Digicel’ en ‘Orinoquia’),
- een zwarte mobiele telefoon van het merk ‘Samsung’,
- een herentas van het merk ‘Swiss’,
- een papieren zakje,
- een paar zwarte sportschoenen van het merk ‘Nike’ en
- een pet van het merk ‘BULA’,
nu deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:134, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vier (4) jaren en zes (6) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
onttrekt aan het verkeerde in rubriek 9A genoemde voorwerpen;
verklaart verbeurdhet in rubriek 9B genoemde voorwerp;
gelast de teruggaveaan de verdachte van de in rubriek 9C genoemde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 22 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.