ECLI:NL:OGEAA:2017:1014
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid belastingrechter bij precariokosten en vernietiging fictieve afwijzende beschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Coöperatieve Vereniging Aruba Beach Club (appellante) beroep ingesteld tegen de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening en Integratie (verweerder) naar aanleiding van een factuur voor precariokosten. De factuur, gedateerd op 2 februari 2017, bedroeg Afl. 141.769, waarvan Afl. 141.750 aan precariokosten. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze factuur, maar verweerder heeft geen beslissing genomen op het bezwaar, wat leidde tot het beroep op 8 augustus 2017.
Het gerecht overweegt dat de belastingrechter bevoegd is om kennis te nemen van het beroep dat gericht is tegen de factuur. Het gerecht heeft besloten dat het beroepschrift aan de belastingrechter zal worden overhandigd. Voor het overige verklaart het gerecht het beroep gegrond en vernietigt het de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante. Verweerder wordt opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.
Daarnaast oordeelt het gerecht dat appellante, die zich heeft laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, recht heeft op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, begroot op Afl. 500,-. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 27 november 2017, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.