In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 oktober 2016 uitspraak gedaan in een beroep van X N.V. tegen een navorderingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2008, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De navorderingsaanslag was gebaseerd op een winst van Afl. 5.110.000 en een verzuimboete van Afl. 500. X N.V. had tijdig bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur had de aanslag verminderd tot Afl. 477.879. X N.V. stelde dat de navorderingsaanslag te laat was opgelegd en dat er geen nieuw feit was om navordering te rechtvaardigen. De Inspecteur betoogde echter dat de navorderingsaanslag tijdig was, omdat de termijn was verlengd door het niet indienen van een aangifte. Het Gerecht oordeelde dat de termijn voor navordering was verlengd tot 10 jaar, omdat X N.V. geen rechtsgeldige aangifte had gedaan. De Inspecteur had terecht nagevorderd, omdat er sprake was van een nieuw feit. Het beroep van X N.V. werd ongegrond verklaard.