ECLI:NL:OGEAA:2016:800

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2016
Publicatiedatum
16 december 2016
Zaaknummer
P-2015/08682, 501 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewoontewitwassen met verwerping van verweer tot niet-ontvankelijkheid en bewijsuitsluiting

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte beschuldigd van het medeplegen van gewoontewitwassen. Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op verschillende data, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.C. Vaders. De officier van justitie, mr. B.J. Schmitz, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar en verbeurdverklaring van aanzienlijke geldbedragen en andere in beslag genomen voorwerpen. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de verdenking gebaseerd was op onrechtmatig verkregen bewijs uit een rechtshulpverzoek van de Verenigde Staten. De rechter oordeelde echter dat de normschendingen niet tot niet-ontvankelijkheid konden leiden, omdat deze niet in het kader van het voorbereidend onderzoek van de verdachte hadden plaatsgevonden. De rechter concludeerde dat de verdachte schuldig was aan het ten laste gelegde feit, waarbij hij en zijn mededaders gedurende een lange periode grote geldbedragen hadden gewitwassen, vermoedelijk afkomstig uit drugshandel. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, en de in beslag genomen geldbedragen en voorwerpen werden verbeurd verklaard. De schorsing van de voorlopige hechtenis werd opgeheven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1944 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2015, 5 februari 2016, 15 april 2016, 9 juni 2016, 23 en 27 september 2016. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.C. Vaders.
De officier van justitie, mr. B.J. Schmitz, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
Voorts is verbeurdverklaring gevorderd van de inbeslaggenomen geldbedragen à € 60.000,-, € 2.640.340 en € 380.200,-. Ook is de verbeurdverklaring gevorderd van het inbeslaggenomen kladblokje en de losse papieren met aantekeningen ter zake van de verdeling van gelden, de onder de verdachte inbeslaggenomen geldtelmachine, het verpakkingsmateriaal waarin het bedrag van € 380.200,- gewikkeld was en de afgescheurde papiertjes met de handgeschreven getallen die bij dat geldbedrag zijn aangetroffen.
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd conform de door haar overgelegde pleitnota.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij, in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 juni 2015 in Aruba en/of Nederland en/of Venezuela, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
(van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer (contante) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van - circa - 23.352.500 euro (hoofdsom), en/of 2.833.340 euro (transport d.d. 23 juni 2015), en/of 467.050 euro (commissie), althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door (telkens)
(hoofdsom en transport d.d. 23 juni 2015)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (die ter beschikking stonden van verdachtes medeverdachte, althans diens/de/het onderneming/restaurant [M]) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (deels) over te dragen aan zijn, verdachtes mededader(s) en/of (deels) te (doen) transporteren naar Venezuela en/of daarbij (telkens)
- die gemalen kip/kiprollade (bij [bedrijf] BV) te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf A] NV en/of te (doen) factureren door [bedrijf] BV aan [bedrijf A] NV en/of in (bij de transporten behorende) douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf A] NV en/of
(commissie)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen/kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba ten behoeve van hem, verdachte en/of
dat/die voorwerp(en)/geldvedrag(en) (vervolgens) te verstoppen onder de vloer van de zolder van zijn, verdachtes, woning aan de [adres] te Aruba
en/of
b) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij (telkens) wist of begreep dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en), onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(artikel 2:404 jo 2:405 Wetboek van Strafrecht)
althans, indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij, in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 juni 2015 in Aruba en/of Nederland en/of Venezuela, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer (contante) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van - circa - 23.352.500 euro (hoofdsom), althans 2.833.340 euro (transport d.d. 23 juni 2015), althans 467.050 euro (commissie), althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door (telkens)
(hoofdsom en transport d.d. 23 juni 2015)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (die ter beschikking stonden van verdachtes medeverdachte, althans diens/de/het onderneming/restaurant [M]) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (deels) over te dragen aan zijn, verdachtes mededader(s) en/of (deels) te (doen) transporteren naar Venezuela en/of daarbij (telkens)
- die gemalen kip/kiprollade (bij [bedrijf] BV) te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf A] NV en/of te (doen) factureren door [bedrijf] BV aan [bedrijf A] NV en/of in (bij de transporten behorende) douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf A] NV en/of
(commissie)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen/kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba ten behoeve van hem, verdachte
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in zijn woning in verschillende pakket(ten) tussen de zoldervloer en het plafond te bewaren/verstoppen en/of
dat/die voorwerp(en)/geldvedrag(en) (vervolgens) te verstoppen onder de vloer van de zolder van zijn, verdachtes, woning aan de [adres] te Aruba
en/of
b) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij (telkens) redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en), onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(artikel 2:406 Wetboek van Strafrecht)
Door de verdediging is betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. Daartoe is in de eerste plaats aangevoerd dat de jegens de verdachte gerezen verdenking is gegrond op feiten en omstandigheden die zijn gebleken bij de uitvoering door de Arubaanse autoriteiten van een rechtshulpverzoek, gedaan door de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika (hierna: de VS) inzake een strafrechtelijk onderzoek, [B] genaamd. Er zijn echter aanwijzingen dat de autoriteiten van de VS in het kader van dat onderzoek op Arubaans grondgebied gebruik hebben gemaakt van bijzondere opsporingsmethoden, zoals infiltratie, zonder dat daarvoor de benodigde toestemming is verleend door de Arubaanse autoriteiten. Of een en ander het geval is geweest, kan evenwel niet door de zittingsrechter worden vastgesteld, aangezien de officier van justitie (delen van) de aan het rechtshulpverzoek ten grondslag liggende stukken en de in processen-verbaal neergelegde bevindingen bij de uitvoering van het rechtshulpverzoek, op verzoek van de autoriteiten van de VS niet aan het eind-dossier heeft gevoegd dan wel onleesbaar heeft gemaakt. Aldus kan niet worden getoetst of de jegens de verdachte gerezen verdenking het resultaat is van rechtmatig verrichte opsporingshandelingen in het onderzoek [B]. Ook kan de zittingsrechter daardoor niet vaststellen of het onderhavige onderzoek, [C] genaamd, dat is opgestart op basis van de bij de uitvoering van het rechtshulpverzoek tegen onder anderen de verdachte verkregen onderzoeksresultaten, is gegrond op feiten en omstandigheden die een verdenking van enig strafbaar feit rechtvaardigen. Immers, delen van het tegen onder anderen verdachte opgemaakte proces-verbaal van verdenking zijn in het eind-proces-verbaal onleesbaar gemaakt. De rechtmatigheid van de inzet op grond van die verdenking van bijzondere opsporingsmethoden kan deswege niet worden beoordeeld. Dit levert een onherstelbare normschending op die tot niet-ontvankelijkverklaring moet leiden, aldus de verdediging.
In de tweede plaats heeft de verdediging betoogd dat de officier van justitie heeft gehandeld in strijd met de door de autoriteiten van de VS gestelde voorwaarden aan het gebruik door de Arubaanse autoriteiten van de stukken die betrekking hebben op het rechtshulpverzoek en de bij de uitvoering van dat verzoek verkregen onderzoeksresultaten. Die voorwaarden houden volgens de verdediging in dat slechts de “redacted versions of the police reports can be used as evidence”. Dit betreft volgens de verdediging uitsluitend de processen-verbaal waarvan delen onleesbaar zijn gemaakt. Het op basis van deze processen-verbaal in het onderzoek [C] verkregen nadere onderzoeksresultaten vallen daar dus niet onder en mogen daardoor niet voor het bewijs worden gebezigd. Door deze onderzoeksresultaten toch aan het eind-proces-verbaal te voegen heeft eveneens een normschending plaatsgevonden die volgens de verdediging niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie tot gevolg dient te hebben.
Voor zover deze normschendingen niet tot niet-ontvankelijkverklaring kunnen leiden, dienen zij uitsluiting tot het bewijs tot gevolg te hebben van alle onderzoeksresultaten die als gevolg van die normschending zijn verkregen, althans tot strafvermindering te leiden, aldus de verdediging.
Het verweer faalt.
Het gerecht stelt voorop dat van een normschending de zin van artikel 413 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) slechts sprake is, indien die normschending heeft plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek in de strafzaak van de verdachte, te weten het onderzoek [C]. Dit brengt mee dat eventuele normschendingen, begaan in een daaraan voorafgaand ander strafrechtelijk onderzoek, zoals in casu het onderzoek [B], niet tot toepassing van de in artikel 413, vijfde lid, Sv genoemde sancties (strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkverklaring) kan leiden. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal buiten het kader van artikel 413 Sv plaats zijn voor bewijsuitsluiting wegens vormverzuimen [1] . Reeds omdat de resultaten van het onderzoek [B] slechts zijn gebezigd als startinformatie voor het onderzoek [C] en niet rechtstreeks dienen tot het bewijs van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten, doet zich een dergelijk uitzonderlijk geval niet voor. Een onderzoek naar de rechtmatigheid van de inzet van de opsporingsmethoden in het onderzoek [B] kan daarom, anders dan de verdediging heeft betoogd, achterwege blijven.
Ook het betoog van de verdediging dat, vanwege het onleesbaar maken van grote delen van het jegens de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] opgemaakte proces-verbaal van verdenking, niet kan worden vastgesteld of de in dat proces-verbaal gerelateerde feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit rechtvaardigen, treft geen doel. Slechts in het eind-proces-verbaal zijn delen van voornoemd proces-verbaal van verdenking onleesbaar gemaakt met het doel deze delen uit te sluiten van het bewijs. Aan de rechter-commissaris is dit proces-verbaal, ter gelegenheid van de beoordeling van de aanvraag om het middel van het afluisteren van telefoonverkeer te mogen toepassen, evenwel volledig overgelegd. Ook aan de verdediging is reeds voordat het eind-proces-verbaal gereed was, een volledig exemplaar van het proces-verbaal van verdenking ter hand gesteld. Het gerecht heeft eveneens kennis kunnen nemen van dit nog immer bij de rechter-commissaris berustende proces-verbaal. Het gerecht komt na kennisneming ervan tot de conclusie dat de rechter-commissaris op grond van de in dit proces-verbaal gerelateerde bevindingen in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf als bedoeld in artikel 177r, eerste lid, onder a, Sv. Dit betekent dat het afluisteren van het hiervoor bedoelde telefoonverkeer met gebruikmaking van de door de rechter-commissaris verleende machtiging rechtmatig is geweest. Van een normschending was daarbij derhalve geen sprake.
Tot slot mist feitelijke grondslag het betoog van de verdediging dat aan het eind-proces-verbaal meer stukken zijn toegevoegd dan waarvoor de autoriteiten van de VS toestemming hebben gegeven. De daaraan ten grondslag liggende opvatting van de verdediging berust op een onjuiste uitleg van de door de autoriteiten van de VS gestelde voorwaarden aan het gebruik van de bij de uitvoering van het rechtshulpverzoek verkregen onderzoeksresultaten. De desbetreffende brief van het U.S. Department of Justice van [datum] 2016 vermeldt dienaangaande het volgende:
“(…) I wish to confirm that Aruban authorities were given permission to start and execute their parallel investigations based on the evidence collected in the execution of the request for assistance from the United States in [B], pursuant to the Treaty on Mutual Legal Assistence between the United States and the Kingdom of the Netherlands.
As previously discussed, certain constraints have been imposed, consistent with limitations allowed for in the Treaty, concerning the use of this [B] evidence as direct evidence in the current judicial proceedings. In particular, only the redacted version of your (police) reports, as described and agreed upon, may be used in the prosecution. Further, the new case file, which will now only include the redacted reports, is to replace what was previously provided to defense counsel.”
Uit de in deze brief blijkende instemming van de autoriteiten van de VS met het opstarten van een parallel onderzoek (het onderzoek [C]) op basis van de bevindingen bij de uitvoering van het rechtshulpverzoek kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat het tevens is toegestaan de resultaten van dat parallelle onderzoek als bewijs in een strafzaak tegen in dat parallelle onderzoek naar voren gekomen verdachten te gebruiken. Een andere uitleg zou die instemming nagenoeg zinledig maken. Uit de brief blijkt dat slechts een voorbehoud wordt gemaakt met betrekking tot het gebruik van in het onderzoek [B] vergaard bewijs als “direct evidence” in de strafzaak tegen de verdachten in het onderzoek [C] en wel in dier voege dat “only the redacted version of your (police) reports, as described and agreed upon” daartoe mogen dienen. Mede in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen volgt het gerecht de officier van justitie in diens uitleg van deze passage dat daarmee het eind-proces-verbaal inzake het onderzoek [C] wordt bedoeld
(
the new case file, which will now only include the redacted reports”), bij de samenstelling waarvan rekening is gehouden met het hiervoor bedoelde voorbehoud.
Ten overvloede overweegt het gerecht nog dat, ook indien de conclusie moet worden getrokken dat het openbaar ministerie in strijd met door de autoriteiten van de VS gestelde voorwaarden bepaalde stukken aan het eind-proces-verbaal heeft toegevoegd, dit niet tot een van de door de verdediging bepleite gevolgen zou leiden. Niet aannemelijk is immers dat bedoelde voorwaarden op enigerlei wijze strekken tot bescherming van de belangen van de verdachte. Verdachte kan reeds daarom geen geslaagd beroep doen op schending van die voorwaarden.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
hij, in
of omstreeksde periode van 1
juniaugustus2013 tot en met
3024juni 2015 in Aruba en
/ofNederland en
/ofVenezuela, tezamen en in vereniging met
een of meerander
(en
),
althans alleen, (telkens)van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) (telkens
)
(van) een of meer voorwerp(en), te weten
een of meer (contante
)geldbedrag
(en
)tot een totaalbedrag van - circa - 23.352.500 euro (hoofdsom), en
/of2.833.340 euro (transport d.d. 23 juni 2015), en
/of467.050 euro (commissie),
althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de werkelijke aard en
/ofherkomst en
/ofvindplaats
en/of vervreemdingen
/ofverplaatsing verborgen en
/ofverhuld, en
/ofverborgen en
/ofverhuld wie de rechthebbende(n) op
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)was/waren en
/ofwie
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door
(telkens
)
(hoofdsom en transport d.d. 23 juni 2015)
-
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
-
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)in te pakken in
(bruin
)(pak)papier en
/ofte verpakken in plastic en
/ofte verstoppen in gemalen kip/kiprollade en
/ofdie gemalen kip/kiprollade in te vriezen en
/ofin dozen te verpakken en
/of(vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland
)en
/of(vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)in
een of meer (zee
)container
(s
)te plaatsen
(tussen andere producten
)en
/of(vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)te
(doen
)transporteren naar Aruba en
/of(vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
) (die ter beschikking stonden van verdachtes medeverdachte, althans diens
/de/het onderneming/restaurant [M]
)en
/of(vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (deels
)over te dragen aan zijn, verdachtes mededader
(s
)en/of
(deels
)te
(doen
)transporteren naar Venezuela en
/ofdaarbij
(telkens
)
- die gemalen kip/kiprollade
(bij [bedrijf] BV
)te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf A] NV en
/ofte (doen) factureren door [bedrijf] BV aan [bedrijf A] NV en
/ofin
(bij de transporten behorende
)douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf A] NV en
/of
(commissie)
-
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
-
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)in te pakken in
(bruin
)(pak)papier en
/ofte verpakken in plastic en
/of(vervolgens)
-
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)(ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en
/ofdie gemalen
/kip/kiprollade in te vriezen en
/ofin dozen te verpakken en
/of(vervolgens)
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
) (van het bedrijf [bedrijf] BV te [vestigingsplaats], Nederland
)en
/of(vervolgens)
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)in
een of meer (zee
)container
(s
)te plaatsen
(tussen andere producten
)en
/of(vervolgens)
dat/die
(aldus verpakte
) voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)te
(doen
)transporteren naar Aruba ten behoeve van hem, verdachte en
/of
-dat/die
voorwerp(en)/geld
bedrag
(en
)(vervolgens) te verstoppen onder de vloer van de zolder van zijn, verdachtes, woning aan de [adres] te Aruba
en
/of
b) verworven en
/ofvoorhanden gehad en
/ofovergedragen en
/ofomgezet en
/ofvan
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)gebruik gemaakt,
terwijl hij
(telkens
)wist
of begreepdat
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
), onmiddellijk of middellijk, afkomstig
was/waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen en de daarop betrekking hebbende nadere overwegingen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Op 15 februari 2014 is een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24, gewijzigd bij AB 2014 no. 11) in werking getreden. Bij de invoering is niet voorzien in overgangsrechtelijke bepalingen, zodat de daarin neergelegde voorschriften onmiddellijk van toepassing zijn geworden. Voor zover de in de tenlastelegging beschreven feiten zijn begaan vóór deze datum, geldt evenwel het navolgende.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, van dit wetboek is geen feit strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. In het tweede lid van dit artikel is voorts bepaald dat bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, de voor de verdachte gunstigste bepalingen worden toegepast. Deze artikelleden, in onderlinge samenhang bezien, brengen mee dat, voor zover de bepalingen van dit wetboek omtrent de strafwaardigheid van een delict of de zwaarte van de daarop bedreigde sanctie niet gunstiger zijn dan die, welke golden ten tijde van het tijdstip of de periode waarop de aan de verdachte verweten feiten volgens de tenlastelegging zijn gepleegd, de op dat moment geldende bepalingen dienen te worden toegepast. Indien zich naar het oordeel van het gerecht een dergelijk geval voordoet zal dit in dit vonnis, voor zover relevant en niet uitdrukkelijk nader gemotiveerd, tot uitdrukking komen in de kwalificatiebeslissing en de vermelding van de bij de oplegging van een straf of maatregel toegepaste wettelijke voorschriften.
Het bewezenverklaarde levert op:
primair: Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen,
strafbaar gesteld bij artikel 430c in samenhang met de artikelen 430b en 49 van het Wetboek van Strafrecht (oud) en artikel 2:405 in samenhang met de artikelen 2:404 en 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededaders hebben zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan het uit gewoonte witwassen van zeer grote geldbedragen. Zij hebben, in ruil voor een aanzienlijke vergoeding, tientallen miljoenen euro’s, die hoogstwaarschijnlijk uit grootschalige drugshandel afkomstig waren, vanuit Nederland naar Aruba en Venezuela doorgesluisd. Verdachte en zijn mededaders hebben door hun handelen er aan bijgedragen dat de daarmee behaalde opbrengsten aan het zicht worden onttrokken en daaraan een schijnbare legale herkomst wordt verschaft. Door dergelijke witwaspraktijken wordt het plegen van deze ernstige criminele activiteiten vergemakkelijkt, bevorderd en in stand gehouden. Kortom, door het handelen van de verdachte en zijn mededaders is bewerkstelligd dat misdaad loont. Daarnaast vormt het uit gewoonte witwassen van criminele gelden een zeer ernstige bedreiging van de legale economie en een aantasting van de integriteit en de transparantie van het financiële en economische verkeer. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is dan ook op zich geïndiceerd.
Van enig inzicht in de laakbaarheid van zijn handelen heeft de verdachte, die in het verleden reeds eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit, geen blijk gegeven.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

Verbeurdverklaring
De in beslag genomen geldbedragen à € 60.000,- (commissie) en € 380.200,- (aangetroffen in de woning van de verdachte), toebehorende aan de verdachte, waarvan ter terechtzitting is gebleken dat zij door middel van het feit zijn verkregen en/of met betrekking waartoe het feit is begaan, zullen verbeurd worden verklaard.
Het inbeslaggenomen geldbedrag à € 2.640.340,- (inhoud onderschepte container na aftrek van de daarin vervoerde commissie, bestemd voor de verdachte (€ 60.000,-), de medeverdachte [medeverdachte 2] (€ 60.000,-) en de medeverdachte [medeverdachte 1] (€ 73.000,-)), dat niet aan de verdachte of zijn mededaders toebehoort en met betrekking waartoe het strafbare feit is begaan, zal met toepassing van artikel 1:68, derde lid, onder b, Sv verbeurd worden verklaard.
Het inbeslaggenomen kladblok, het kladblokje met de losse bladen met aantekeningen en de afgescheurde papiertjes met bedragen en aantallen, zullen verbeurd worden verklaard, nu het feit met behulp van die voorwerpen is begaan of voorbereid.
Voorts zullen de inbeslaggenomen geldtelmachine en het verpakkingsmateriaal waarin de € 380.200,- gewikkeld was, worden verbeurd verklaard nu die voorwerpen tot het begaan van het misdrijf zijn bestemd.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:62 en 1:68 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Voorlopige hechtenis

Op [datum] 2016 heeft het gerecht de voorlopige hechtenis van de verdachte onder voorwaarden geschorst. In aanmerking genomen dat de verdachte thans tot een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt veroordeeld, dienen naar het oordeel van het gerecht de met de voorlopige hechtenis te dienen strafvorderlijke belangen zwaarder te wegen dan de belangen van de verdachte. De schorsing van de voorlopige hechtenis zal derhalve worden opgeheven.

12.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vijf (5) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurdde in rubriek 9 genoemde voorwerpen;
heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 18 oktober 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.HR 29 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY2814