ECLI:NL:OGEAA:2016:770

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 1313 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing ouderlijk gezag en benoeming voogdij over minderjarige

In deze zaak heeft de grootmoeder van een minderjarige, wonende in Aruba, verzocht om schorsing van het ouderlijk gezag van de ouders, die in Colombia wonen, en om benoeming tot voogdes. De minderjarige is geboren in Colombia en verblijft sinds 2011 bij de grootmoeder in Aruba. De ouders hebben in 2015 via een bemiddelingsakte de zorg voor de minderjarige aan de grootmoeder toevertrouwd. De grootmoeder heeft aangevoerd dat de ouders niet in staat zijn om de zorg voor de minderjarige te dragen vanwege hun verblijf in Colombia en hun gebrek aan pedagogische kwaliteiten en financiële middelen.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de ouders in de onmogelijkheid verkeren om het gezag uit te oefenen, wat leidt tot schorsing van hun ouderlijk gezag. De grootmoeder heeft de minderjarige verzorgd en opgevoed, en het gerecht heeft geoordeeld dat de minderjarige gelukkig is bij haar en goed presteert op school. Gezien deze omstandigheden heeft het gerecht besloten om de grootmoeder te benoemen tot voogdes over de minderjarige, in overeenstemming met de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba.

De beslissing is genomen op 1 november 2016 door rechter W.C.E. Winfield en is in het openbaar uitgesproken. De griffier is opgedragen om deze beslissing in het gezagsregister te aantekenen.

Uitspraak

Beschikking van 1 november 2016
Behorend bij EJ. nr. 1313 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op verzoek van:
[de oma], de grootmoeder moederszijde,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr.Z.T.M. Marchena,
tegen:
[de moeder]en
[de vader],
beide wonende in Colombia,
VERWEERDERS,
niet verschenen
Belanghebbenden:
[de minderjarige],
de minderjarige, wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 7 juni 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 20 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is terstond gedaan.

2.DE FEITEN

2.1
Uit mevrouw [de moeder] (hierna: de moeder) is op [datum] 1998 in Colombia geboren [de minderjarige].
De heer [de vader] (hierna: de vader) heeft de minderjarige erkend.
2.2
Op 20 augustus 2015 hebben de ouders krachtens een, in Colombia opgemaakte, bemiddelingsakte de “custodia y cuidado personal” met betrekking tot de minderjarige aan de grootmoeder toegekend.
2.3
De minderjarige verblijft, kennelijk vanaf in ieder geval 2015, bij de grootmoeder in Aruba. De minderjarige staat in Aruba als leerling ingeschreven op school.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe, naar het gerecht begrijpt, om de ouders uit het ouderlijk gezag over de minderjarige te schorsen en om de grootmoeder te benoemen tot voogdes over de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Naar Colombiaans recht brengt erkenning van een minderjarige door de vader met zich dat de ouders het gezag over de minderjarige gezamenlijk uitoefenen. Het gerecht gaat er voorts vanuit dat de op 20 augustus 2015 opgemaakte bemiddelingsakte niet meebrengt dat reeds daarmee de voogdij over de minderjarige in de zin van artikel 1:280 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) aan de grootmoeder toekomt. Wel kan daaruit worden afgeleid dat de ouders instemmen met het verzoek van de grootmoeder.
4.2
Op basis van artikel 1:253r juncto artikel 1:253q BWA is het gezag dat aan één of beide ouders toekomt geschorst gedurende de tijd waarin één of beide ouders al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen. Indien een ouder alleen het gezag over de minderjarige uitoefent, benoemt de rechter een voogd.
4.3
De grootmoeder heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat zij ter verkrijging van een verblijfsvergunning voor de minderjarige belast dient te zijn met de voogdij over de minderjarige. Voorts heeft grootmoeder verteld dat de minderjarige sinds het jaar 2011, met toestemming van zijn ouders, bij haar op Aruba verblijft. De grootmoeder heeft de minderjarige sinds zijn verblijf op Aruba verzorgd en opgevoed. De ouders van de minderjarige zijn woonachtig in Colombia en beschikken niet over de pedagogische kwaliteiten noch de financiële middelen om de minderjarige te verzorgen en op te voeden. Om die reden zijn de ouders niet in staat de zorg voor en de voogdij over de minderjarige uit te oefenen, aldus de grootmoeder.
4.4
De ouders verblijven in Colombia. Dit brengt mee dat zij in de onmogelijkheid verkeren om het gezag over de minderjarige uit te oefenen. Er bestaat thans onduidelijkheid over de vraag of de ouders ooit naar Aruba zullen emigreren, of dat de minderjarige terug zal keren naar Colombia, waardoor zij hun taken als gezagsdragers ten aanzien van de minderjarige feitelijk weer zullen kunnen uitoefenen. Gelet op artikel 1:253r lid 2 BW is het gezag van de ouders op grond hiervan geschorst
4.5
Aannemelijk is dat de minderjarige in sinds 2011 door de grootmoeder wordt verzorgd en opgevoed. Voorts is gebleken dat de minderjarige voor het studiejaar 2015-2016 mooie studieresultaten heeft behaald (productie 3 van het verzoekschrift). Het voorgaande brengt mee dat het gerecht aanleiding ziet voor het oordeel dat de minderjarige gelukkig is bij grootmoeder en dat hij onder de verzorging en opvoeding van grootmoeder goed presteert. Gelet hierop is het gerecht van oordeel dat, aangezien het gezag van de ouders is geschorst, thans niet in het gezag is voorzien, de grootmoeder de meest gerede partij is om op de voet van artikel 1:253q BWA in verbinding met artikel 1:253r lid 1 BWA met de voogdij te worden belast.

5.DE BESLISSING:

Het gerecht:
verstaat dat het ouderlijk gezag van [de moeder] en [de vader] over de minderjarige [de minderjarige] is geschorst;
benoemt [de oma] tot voogdes over [de minderjarige] geboren in Colombia op [datum] 1998;
bepaalt dat de griffier deze beslissing aantekent in het gezagsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 1 november 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.