ECLI:NL:OGEAA:2016:765

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1316 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot kinderalimentatie door de Voogdijraad tegen de verwekker

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de man tot betaling van kinderalimentatie voor de minderjarige [de minderjarige]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 juni 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2016 was de moeder aanwezig, evenals de Voogdijraad vertegenwoordigd door mr. Y.N. Maduro. De man, die als verwekker van de minderjarige wordt beschouwd, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige [de minderjarige] is geboren op [datum] 2015 en is niet erkend door de man. De Voogdijraad verzoekt om een maandelijkse bijdrage van Afl. 450,--, ingaande op 1 juli 2016, ter dekking van de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De man heeft geen verweer gevoerd, waardoor het gerecht oordeelt dat hij als verwekker moet worden aangemerkt en wettelijk verplicht is om bij te dragen aan de kosten van de minderjarige.

De beslissing van het gerecht is dat de man wordt veroordeeld om met ingang van 1 augustus 2016 een bedrag van Afl. 450,-- per maand te betalen aan de Voogdijraad. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 1 november 2016, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 1 november 2016
behorend bij EJ nr. 1316 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[de man],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[de minderjarige], de minderjarige,
[de moeder], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 7 juni 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 20 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon en de Voogdijraad bij mr. Y.N. Maduro. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2015 geboren de thans nog minderjarige [de minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 450,-- ingaande 1 juli 2016 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. De verwekker is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn zoon. Het verzoek zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, zij het dat de alimentatieverplichting een maand later dan verzocht ingaat, omdat de man geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [de man] om met ingang van 1 augustus 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 450,-- per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige], geboren op [datum] 2015 in Aruba, uit de vrouw [de moeder].
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 1 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.