ECLI:NL:OGEAA:2016:761

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1547 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap en benoeming van een bijzondere curator

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 1 november 2016 een beschikking gegeven met betrekking tot het verzoek van de moeder tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, heeft het verzoek ingediend op 17 juli 2015. De man is niet verschenen op de zittingen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De minderjarige, geboren in 2004, is het onderwerp van deze procedure. De Voogdijraad heeft zich bereid verklaard als bijzondere curator op te treden voor de minderjarige.

De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand en een rapport van Laboratorio Familiar met de bevindingen van een verwantschapsonderzoek. Dit onderzoek, uitgevoerd op 9 maart 2016, concludeerde dat de man niet de biologische vader van de minderjarige kan zijn. Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder niet ontvankelijk is in haar verzoek, omdat dit niet binnen de wettelijke termijn was ingediend. Echter, het verzoek van de bijzondere curator namens de minderjarige werd wel ontvankelijk verklaard, omdat dit binnen de gestelde termijn was ingediend.

Uiteindelijk heeft het gerecht besloten om het verzoek van de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren, de Voogdijraad te benoemen tot bijzondere curator van de minderjarige, en de ontkenning van het vaderschap van de man gegrond te verklaren. Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 1 november 2016
Behorend bij EJ nr. 1547 van 2015.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen
[de man],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[de minderjarige],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 17 juli 2015;
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, overgelegd op 19 oktober 2015;
  • het rapport van Laboratorio Familiar houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek, ingediend op 24 mei 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 20 oktober 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde, de man in persoon, [de biologische vader] in persoon, de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij mr. J.M.A.M. Ponsioen en de Voogdijraad bij mevrouw A. Emanuel;
  • de griffiersaantekeningen van de voorzetting van de behandeling van 20 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde en de Voogdijraad bij mevrouw Y. Maduro. De man is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de moeder en de man is op [datum] 2004 in Aruba geboren [de minderjarige] (hierna: de minderjarige).
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van [datum] 2013 (EJ-3754/12) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt allereerst vast dat de moeder niet in haar op 17 juli 2015 ingediende verzoek kan worden ontvangen. Ingevolge artikel 1:200, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) dient een verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap door de moeder te worden ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind. Dit betekent dat de vrouw het verzoek uiterlijk op 22 oktober 2005 had moeten indienen. Dit heeft zij niet gedaan.
4.2
Het vorenstaande neemt niet weg dat ingevolge artikel 1:212 BWA in zaken van afstamming het minderjarige kind vertegenwoordigd dient te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich ter zitting bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige [de minderjarige] op te treden en desgevraagd te kennen gegeven namens de minderjarige het verzoek te willen doen tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. Het gerecht ziet grond om terstond tot de daartoe strekkende benoeming over te gaan en op het door de bijzondere curator namens de minderjarige ingediende verzoek te beslissen. Daarbij is in aanmerking genomen dat de minderjarige in dit verzoek kan worden ontvangen nu het namens deze is ingediend binnen de in artikel 1:200, zesde lid, BWA gestelde termijn.
4.3
De vrouw heeft een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar van 9 maart 2016, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Op grond van dit rapport kan de conclusie worden getrokken dat de man niet de biologische vader van de minderjarige kan zijn. Nu biologisch vaderschap door middel DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat de man niet de biologische vader is. Het gerecht zal het verzoek van de minderjarige zal daarom toewijzen.
Het gerecht:
verklaart het verzoek van de vrouw niet-ontvankelijk,
benoemt de Voogdijraad tot bijzonder curator van de minderjarige [de minderjarige],
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [de man], geboren op [datum] 1980 in Aruba, van [de minderjarige], geboren op [datum] 2004 in Aruba uit [de moeder].
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 1 november 2016 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.