Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 16 mei 2016;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 30 augustus 2016,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de moeder, die op 16 mei 2016 een verzoekschrift heeft ingediend, verzocht om belast te worden met het ouderlijk gezag over haar dochter, geboren op [geboortedatum] 2011. De moeder was ten tijde van de geboorte minderjarig en daarom onbevoegd om het gezag uit te oefenen, waardoor haar moeder, de grootmoeder van het kind, als voogdes was benoemd. De moeder is op [datum] 2015 meerderjarig geworden en is sindsdien bevoegd om het ouderlijk gezag uit te oefenen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2016 waren de partijen in persoon aanwezig. De voogdes, mevrouw A. Flanders, was ook aanwezig namens de Voogdijraad. De moeder heeft verzocht om het ouderlijk gezag over haar dochter, en de voogdes heeft ingestemd met dit verzoek. De Voogdijraad heeft geen bezwaren geuit tegen de toekenning van het gezag aan de moeder.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd bij toekenning van het gezag aan de moeder. Gezien de instemming van de voogdes en het ontbreken van bezwaren van de Voogdijraad, heeft de rechter besloten het verzoek van de moeder toe te wijzen. De beschikking is gegeven op 11 oktober 2016 door rechter mr. W.C.E. Winfield, in tegenwoordigheid van de griffier.