ECLI:NL:OGEAA:2016:683

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 september 2016
Publicatiedatum
19 oktober 2016
Zaaknummer
P-2015/16419, 206 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op een snacktruck met geweld en poging tot diefstal

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 september 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een overval op een snacktruck. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd, werd ervan beschuldigd op of omstreeks 16 februari 2015 in Aruba samen met anderen te hebben geprobeerd goederen weg te nemen met geweld. De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, eiste een gevangenisstraf van 42 maanden. Tijdens de zittingen op 29 april en 26 augustus 2016 werd de verdachte niet gezien, waardoor verstek werd verleend. De tenlastelegging omvatte onder andere het tonen van een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp aan de slachtoffers en het gebruik van geweld tegen hen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte werd schuldig bevonden aan poging tot diefstal met geweld en poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen. Het gerecht oordeelde dat de verdachte en zijn mededader de rechtsorde ernstig hadden geschokt en dat de slachtoffers langdurig zouden lijden onder de gevolgen van de overval. De opgelegde straf van 42 maanden gevangenisstraf werd als passend beschouwd, mede gezien de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsmisdrijven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 29 april 2016 en 26 augustus 2016. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig (42) maanden, met aftrek van voorarrest.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij op of omstreeks 16 februari 2015 in Aruba ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen/geld, toebehorende aan [eigenaar 1] en [eigenaar 2] en [eigenaar 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een persoon of personen, te weten die [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2] en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld tegen iemand, te weten [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2] en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2], te dwingen tot de afgifte van goederen/geld, toebehorende aan die [eigenaar 1] en [eigenaar 2], in elk geval aan een derde, immers is/heeft verdachte en/of een of meer van zijn mededaders, althans alleen,
  • zich met bedekt gezicht naar [eigenaar 2] begeven en
  • vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond aan en gericht op die [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2] en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2] en
  • een beweging gemaakt met het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp alsof dit werd doorgeladen en
  • zijn hand onder zijn sweater heeft gehouden, alsof hij daaronder een vuurwapen vasthield en
  • met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen op het hoofd van die [eigenaar 1] heeft geslagen,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen niet voltooid.

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij op
of omstreeks16 februari 2015 in Aruba ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen/geld, toebehorende aan [eigenaar 1] en [eigenaar 2] en [eigenaar 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
een persoon ofpersonen, te weten die [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2]
en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2],
gepleegdmet het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of met het oogmerk om zich
en/of een ander of anderenwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld tegen iemand, te weten [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2]
en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2],
hente dwingen tot de afgifte van goederen/geld, toebehorende aan die [eigenaar 1] en [eigenaar 2],
in elk geval aan een derde,immers
hebbenverdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
s,
althans alleen,
  • zich met bedekt gezicht naar [eigenaar 2] begeven en
  • eenvuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond aan en gericht op die [eigenaar 1] en [persoon 1] en [persoon 2]
    en een andere persoon/personen aanwezig bij [eigenaar 2]en
  • een beweging gemaakt met het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp alsof dit werd doorgeladen en
  • zijn hand onder zijn sweater hield, alsof hij daaronder een vuurwapen vasthield en
  • met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, meermalen op het hoofd van die [eigenaar 1] geslagen,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen niet voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijker te maken of om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:289 jo. artikel 2:291 en artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht
of
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294 jo. artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededader hebben gepoogd een snacktruck te overvallen. Hierbij is een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp gebruikt waarmee verdachte en zijn mededader op de slachtoffers hebben gericht en waarmee een van de slachtoffers op het hoofd is geslagen.
Verdachte en zijn mededader hebben met dit feit de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Slachtoffers van dergelijke daden kunnen nog langdurig lijden onder de gevolgen daarvan. Als schadelijk voor het imago van Aruba als veilige toeristische bestemming, kunnen zij op termijn ook de economie en welvaart van het land ondermijnen.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat hij eerder voor geweldsmisdrijven is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
TWEEËNVEERTIG (42) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 16 september 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.