ECLI:NL:OGEAA:2016:487

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juli 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
K.G. 1503 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van ongefundeerde beschuldigingen door TERA NEWS N.V. aan Eiser, IT manager bij de Staten van Aruba

In deze zaak vorderde Eiser, IT manager bij de Staten van Aruba, een rectificatie van ongefundeerde beschuldigingen die door de naamloze vennootschap TERA NEWS N.V., h.o.d.n. Headlines Group/24-ora.com, op haar website waren geplaatst. De beschuldigingen waren gerelateerd aan een incident waarbij Eiser en een vriend heimelijk gefotografeerd waren tijdens een lunch met een Statenlid en journalisten. De foto's werden op social media gedeeld met negatieve commentaren, wat leidde tot een artikel op de website van 24ora waarin Eiser en zijn vriend als 'spionnen van de staat' werden bestempeld. Eiser stelde dat deze beschuldigingen ongefundeerd waren en dat hij schade leed door de publicatie.

De procedure begon met een verzoekschrift van Eiser, ingediend op 23 juni 2016, en de mondelinge behandeling vond plaats op 7 juli 2016. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelde dat de beschuldigingen van 24ora niet voldoende waren onderbouwd en dat Eiser niet kon worden aangemerkt als degene die de foto's had gemaakt of verspreid. Het Gerecht benadrukte het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de goede naam van Eiser, en oordeelde dat de uitlatingen van 24ora de grenzen van het betamelijke hadden overschreden.

Het Gerecht veroordeelde 24ora tot rectificatie van de onrechtmatige uitlatingen binnen 24 uur na betekening van het vonnis, met een dwangsom van Afl 5000,00 per dag bij niet-naleving. Daarnaast werd 24ora veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van Eiser werden begroot op Afl.450,00 aan griffierecht, Afl.239,09 aan explootkosten en Afl.1500,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken op 15 juli 2016 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 15 juli 2016
Behorend bij K.G. 1503 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: advocaat mr. D.G. Illes,
tegen:
de naamloze vennootschap
TERA NEWS N.V.,h.o.d.n. Headlines Group/24-ora.com
te Aruba,
hierna ook te noemen: 24ora,
gemachtigde: advocaat mr. G.F. (Naam 1),

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 23 juni 2016;
- de pleitnota van Eiser met producties;
- de pleitnota van 24ora met producties;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 7 juli 2016.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiser is IT manager bij de Staten van Aruba. In die functie heeft hij, indien noodzakelijk, onder meer toegang tot vertrouwelijke en persoonlijke informatie van medewerkers, ambtenaren en Statenleden. (Naam 4) is als coördinator werkzaam voor de Minister van Toerisme, Transport, Cultuur en Primaire Sector.
2.2
Op 8 juni 2016 heeft het Statenlid (Naam 1) bij café The Plaza geluncht met zijn broer en twee journalisten, de heren (Naam 2) en (Naam 3), verbonden aan 24ora. Aan een tafel naast/achter die van (Naam 1) heeft Eiser, samen met zijn vriend (Naam 4), eveneens geluncht.
2.3
Van het gezelschap van (Naam 1) c.s. zijn (heimelijk) foto’s gemaakt. Die zijn diezelfde dag gedeeld op social media en hebben daar ook (deels onsmakelijke) bewerkingen ondergaan en zijn voorzien van negatief commentaar op de contacten tussen (Naam 1) en 24ora, dan wel de betrokken journalisten.
2.4 24
ora heeft daarna op haar website, zowel op de frontpage, als onder het tabblad “political” een artikel geplaatst met de titel:
“Spionnan di Gobierno pendiente ken ta come cu ken”. Hierbij zijn foto’s van Eiser en (Naam 4) geplaatst. In het artikel wordt (naar het Nederlands vertaald) onder meer geschreven:
“Een van de twee, of allebei, omdat de één zegt dat het de andere was, heeft een foto genomen en deze op social media geplaatst, teneinde te doen voorkomen als gebeurde er daar iets verkeerds….Maar de bedoeling van deze twee personen blijft dubieus, hoe is het mogelijk dat een persoon met een dergelijke serieuze functie, waarbij vertrouwelijkheid is geboden omdat hij beschikt over alle informatie van Parlementariërs, zoiets kan doen, of toestaat dat een vriend van hem een foto maakt in een poging een lid van het Parlement in diskrediet te brengen. Het is heel normaal dat zij die werken in het Parlement geen verbondenheid kunnen hebben met, noch zich inmengen met politici omdat men met allen moet werken.
Het enige wat onregelmatig is gebleken, is dat iedereen nu weet wie de spionnen van de staat zijn, en met wie politici rekening moeten houden als ze met hen omgaan.”
2.5
Na contact tussen minister Oduber en (Naam 3) is een dag later het artikel van de frontpage verwijderd, maar nog wel te vinden in de rubriek “political”. 24ora heeft met Oduber een tekst afgesproken in de vorm van een editorial. Daarin worden de verwijten tegen Eiser en (naam 4) niet weggenomen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert, samengevat, een rectificatie van de door 24ora geplaatste tekst, op verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van 24ora tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiser grondt de vordering erop dat de beschuldigingen jegens hem ongefundeerd zijn en dat 24ora de grenzen van de journalistieke vrijheid heeft overschreden. Hij stelt schade te lijden door de publicatie.
3.3 24
ora voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eiser in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1 24
ora heeft allereerst aangevoerd dat Eiser geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. Dat verweer wordt verworpen. De aard van de vordering leent zich bij uitstek voor een procedure als de onderhavige. Het feit dat Eiser op zijn eigen Facebook pagina een grap heeft gemaakt over de situatie maakt dit niet anders. Ook de contacten tussen 24ora en minister Oduber staan hieraan niet in de weg. Hier komt het Gerecht nog op terug.
4.2
Het geschil kent inhoudelijk verschillende kanten. Allereerst het feit dat er stiekem foto’s zijn gemaakt van de lunch van (Naam 1) c.s. op 8 juni 2016; daarna de plaatsing van die (op zichzelf onschuldige) foto’s op social media met weinig verheffende bewerkingen en commentaren en vervolgens de berichtgeving op de website 24ora.com over de betrokkenheid van Eiser en (Naam 4) hierbij. Kenmerkend daarvan is, dat Eiser en (Naam 4) met naam en toenaam worden genoemd als degene(n) die de foto’s heeft of hebben gemaakt en door 24ora worden aangeduid als spionnen van de staat, waarbij een directe relatie met hun dagelijkse werkzaamheden wordt gelegd en in het artikel voorts een ongezouten mening over hen wordt gegeven. Het Gerecht merkt op dat alleen het laatste onderdeel van de gebeurtenissen aan zijn oordeel is onderworpen.
4.3
Het juridisch kader wordt gevormd door enerzijds een beroep van Eiser op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer en bescherming van zijn eer en goede naam en anderzijds door het door 24ora uitgeoefende en door haar bepleite recht van de vrijheid van meningsuiting. Maatgevend voor de beoordeling van de (mogelijke) botsing tussen deze twee grondrechten is HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230 (herhaald in HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3627) inhoudende:
“Bij een botsing tussen enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting en anderzijds het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, moet het antwoord op de vraag welk van deze beide rechten in het concrete geval zwaarder weegt, worden gevonden door een afweging van alle terzake dienende omstandigheden van het geval. Daarbij komt aan de positie van de pers bijzondere betekenis toe gelet op enerzijds de taak van de pers om informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en om zijn vitale rol van publieke waakhond te spelen, en anderzijds gelet op het recht van het publiek informatie en ideeën te ontvangen. Bij genoemde afweging geldt niet als uitgangspunt dat voorrang toekomt aan het door art. 7 Gw en art. 10 EVRM gewaarborgde recht op vrijheid van meningsuiting. Voor de door art. 8 EVRM beschermde rechten geldt hetzelfde. De toetsing dient in één keer te geschieden waarbij het oordeel dat een van beide rechten, gelet op alle terzake dienende omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van art. 10 lid 2 EVRM, dan wel art. 8 lid 2 EVRM. Indien gebruik wordt gemaakt van herkenbare beelden is in het kader van deze afweging niet van belang of, naast de schending van de persoonlijke levenssfeer, tevens schending van het portretrecht aan de vordering ten grondslag wordt gelegd”.
Voor Aruba is in art. I.12 van de Staatsregeling een bepaling opgenomen die overeenkomt met die van art. 7 van de Nederlandse Grondwet.
4.4
In het kader van deze integrale beoordeling overweegt het Gerecht het volgende:
1. Niet kan worden vastgesteld wie de foto’s van (Naam 1) c.s. heeft gemaakt. 24ora heeft gesteld dat dit Eiser of (Naam 4) is geweest, maar dat is niet komen vast te staan. De betrokkenen kunnen zelf ook geen zekerheid verschaffen en het blijft bij sterke vermoedens. Het Gerecht wil aannemen dat de foto’s vanuit hun richting zijn genomen, maar Eiser en (Naam 4) hebben aangevoerd dat achter hen zich de toegang tot de toiletten en de ingang van de keuken bevonden, zodat ook anderen in staat zijn geweest de foto’s te maken.
2. Het maken van foto’s van personen met een publieke functie, zoals (Naam 1), in een openbare ruimte is op zichzelf niet onrechtmatig. Het is inherent aan hun positie dat zij worden opgemerkt en van hen mag worden verwacht dat zij zich meer laten welgevallen dan een willekeurige privépersoon.
3. Niet kan worden vastgesteld dat Eiser of (Naam 4) de foto’s van (Naam 1) c.s. hebben verspreid via social media, noch dat zij betrokken zijn geweest bij de onsmakelijke bewerkingen daarvan. In dit kader heeft 24ora aangevoerd dat de snelheid van verspreiding via fake-accounts is verlopen en dat daarvoor gevorderde IT-kennis is vereist. Dat is echter onvoldoende om aan te nemen dat dit door Eiser (of (Naam 4)) is gebeurd.
4. De foto’s van de lunch van (Naam 1) c.s. hebben op social media een scherpe politieke lading gekregen, waarbij tegenstellingen binnen de politieke verhoudingen zijn uitvergroot en de positie van 24ora als nieuwsmedium en contact voor politici ter discussie is gesteld.
5. Dat het maken van de foto’s en de verspreiding op social media een kennelijk politiek doel diende is een belang dat door 24ora mocht worden aangekaart in het kader van haar journalistieke functie. Hierbij kan haar ook een zekere mate van vrijheid worden gegund in de selectie en waardering van de feiten, waarbij wel van haar mag worden verwacht dat zij - voordat zij personen van gebeurtenissen of daden beschuldigt - behoorlijk onderzoek doet en hoor en wederhoor toepast. Dit weegt zwaarder indien het gaat om niet-politieke ambtsdragers en zeker indien een artikel vervolgens (sterk) opiniërend is.
6. Dat minister Oduber in overleg met één van de journalisten een “alternatieve” tekst voor het artikel in de vorm van een editorial heeft voorgesteld kon door 24ora, althans vanuit haar journalistieke optiek worden opgevat als een aanwijzing dat er politieke bedoelingen zaten achter het maken en verspreiden van de foto’s. Uit niets is overigens gebleken dat Oduber hierbij als vertegenwoordiger van Eiser en/of (Naam 4) optrad.
4.5
Dit tegen elkaar afwegend, is niet onbegrijpelijk dat 24ora het maken en de verspreiding van de foto’s als een politieke actie heeft gezien en daarop heeft gereageerd. Dat neemt niet weg dat - en dát is de inzet van dit Kort Geding - hiermee niet is gezegd dat Eiser en/of (Naam 4) daarbij betrokken zijn geweest. 24ora heeft in haar reactie te snel en op te weinig feiten haar conclusies ten aanzien van hen getrokken. Door vervolgens Eiser en (Naam 4) te bestempelen als “spionnen van de staat”, hun foto bij het artikel te plaatsen en hun integriteit als overheidsdienaars in twijfel te trekken heeft 24ora de grenzen van het betamelijke overschreden en zich ten opzichte van beide personen onrechtmatig gedragen.
4.6 24
ora heeft nog aangevoerd dat zowel (Naam 4) als Eiser moeten worden gezien als personen met een politieke benoeming. Het Gerecht leidt uit die opmerking af dat 24ora hiermee meent dat deze personen zich meer moeten laten welgevallen dan een niet-politieke medewerker. Die stelling kan in zijn algemeenheid niet als juist worden aanvaard. Immers medewerkers van politici opereren veelal op de achtergrond en hebben weinig mogelijkheden zich publiekelijk te verweren. Dat maakt hen juist kwetsbaar. Daarmee heeft 24ora rekening te houden.
4.7
Dit alles leidt ertoe dat de inbreuk op de privacy van Eiser in dit geval prevaleert en de uitlatingen van 24ora dienen te worden gerectificeerd, zoals door hem wordt gevorderd. Tegen de tekst van die rectificatie heeft 24ora zich niet verzet, zodat het Gerecht die zal opnemen in het dictum.
4.8
Het Gerecht zal de gevorderde dwangsom (ambtshalve) matigen tot een maximum van Afl 50.000,00.
4.9 24
ora zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt 24ora om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, onder aanhouding van hetzelfde tekstformat, met hetzelfde lettertype en lettergrootte en onder aanhouding van dezelfde foto tot het plaatsen van de hieronder opgenomen rectificatie op de voorpagina c.q. homepage van de website 24ora.com:
zulks op verbeurte van een dwangsom van Afl 5000,00 per dag of gedeelte van een dag dat 24ora nalatig is om aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van
Afl 50.000,00;
veroordeelt 24ora in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiser worden begroot op Afl.450,00 aan griffierecht, Afl. 239,09 aan explootkosten en Afl.1.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juli 2016 in aanwezigheid van de griffier.