ECLI:NL:OGEAA:2016:427

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 juni 2016
Publicatiedatum
28 juni 2016
Zaaknummer
LAR nr. 2638 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake fictieve weigering van bouwvergunning door de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie

In deze zaak heeft Heritage Development Company N.V. op 1 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die op 22 mei 2015 was afgegeven. Deze beschikking hield in dat het gebouwde restaurant, dat zonder bouwvergunning was gerealiseerd, op kosten van de appellante diende te worden verwijderd. Aangezien de minister niet tijdig op het bezwaar had gereageerd, heeft appellante op 17 november 2015 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante tijdig in beroep is gekomen en dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Op basis van artikel 32, onder c, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) heeft het gerecht geoordeeld dat de afwijzende beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep is gegrond verklaard, en de minister is opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.

Daarnaast heeft het gerecht geoordeeld dat appellante recht heeft op vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt voor rechtskundige bijstand, welke zijn begroot op Afl. 500,-. Tevens is bepaald dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar moet worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken op 20 juni 2016.

Uitspraak

Uitspraak van 20 juni 2016
LAR nr. 2638 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
HERITAGE DEVELOPMENT COMPANY N.V.,
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt,
gericht tegen:
de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 1 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 22 mei 2015 van verweerder houdende de last om het gebouwde restaurant te [adres], dat zonder een bouwvergunning is gebouwd, op kosten van appellante te doen wegnemen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 17 november 2015 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 20 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).