Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 27 oktober 2015,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 3 mei 2016,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 14 juni 2016 een beschikking gegeven met betrekking tot de benoeming van een bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door [X], die in persoon procedeerde, met als doel het aandeel van [Y] in de nalatenschap van wijlen [Z] onder bewind te stellen. De belanghebbende, [Y], had geen bekende woon- of verblijfplaats en was niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 oktober 2015 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 3 mei 2016.
De feiten van de zaak betreffen een perceel eigendomsgrond dat behoort tot de nalatenschap van wijlen [Z], die in 1973 overleed. Een van de erfgenamen, de heer [A], was gehuwd met mevrouw [Y], die in 1994 naar de Verenigde Staten vertrok. Door haar huwelijk was zij medegerechtigd in de nalatenschap. Het verzoek van [X] was om het aandeel van [Y] in het registergoed onder bewind te stellen, gezien haar afwezigheid en de noodzaak om haar te vertegenwoordigen in verband met de verkoop van het registergoed.
Het gerecht oordeelde dat er voldoende aannemelijkheid was dat [Y] afwezig was in de zin van artikel 1:409 lid 1 BW, en dat het noodzakelijk was om haar te vertegenwoordigen. Daarom werd [X] benoemd als bewindvoerder om het bewind over het aandeel van [Y] in de nalatenschap van wijlen [Z] te voeren. Deze beschikking werd gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.