In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 juni 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarigen, [A] en [B]. De verzoekster, de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen, omdat de communicatie met de vader, de verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, ernstig verstoord is. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 20 oktober 2015, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen. Het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 6 april 2016, bevestigde dat de moeder al meer dan twee jaar alleen verantwoordelijk is voor de opvoeding van de kinderen en dat er sinds maart 2015 geen contact meer is geweest tussen de vader en de minderjarigen.
Het gerecht overwoog dat, op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, het gezamenlijk gezag kan worden beëindigd indien de omstandigheden zijn gewijzigd. De rechter concludeerde dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarigen klem of verloren raken tussen de ouders, gezien de ernstige communicatieproblemen. De Voogdijraad adviseerde om de moeder met het eenhoofdig gezag te belasten, wat het gerecht heeft overgenomen. De beslissing houdt in dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt en dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij haar zal zijn. Tevens verleende het gerecht de moeder toestemming om kosteloos te procederen.