ECLI:NL:OGEAA:2016:4
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de man betreffende de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige Y
In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de Voogdijraad als verzoeker opgetreden tegen de man, X, die in persoon procedeerde. De zaak betreft de vaststelling van een alimentatiebijdrage voor de minderjarige Y. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 18 augustus 2015, waarin een voorlopig alimentatiebedrag was vastgesteld en de man was verzocht om een overzicht van zijn inkomen en uitgaven te overleggen. Tijdens de behandeling op 3 november 2015 was de man niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep.
Het gerecht heeft de behoefte van de minderjarige vastgesteld op Afl. 600,- per maand, rekening houdend met de kosten van verzorging en opvoeding, inclusief schoolkosten en huiswerkbegeleiding. De draagkracht van de moeder is berekend op Afl. 1.053,- per maand, terwijl de draagkracht van de vader, die geen bewijsstukken heeft overgelegd, is vastgesteld op Afl. 1.200,- per maand. Gezien de financiële situatie van beide ouders en de behoefte van het kind, heeft het gerecht besloten dat de vader een bijdrage van Afl. 320,- per maand moet betalen aan de Voogdijraad, met ingang van 1 februari 2016.
De beslissing is genomen door rechter W.C.E. Winfield op 5 januari 2016, waarbij het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak benadrukt de wettelijke verplichting van ouders om bij te dragen aan de kosten van hun kinderen naar draagkracht.