ECLI:NL:OGEAA:2016:381

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 april 2016
Publicatiedatum
15 juni 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 2724 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verklaring voor recht inzake buitenlandse akte van voogdij en gezag over minderjarige

In deze zaak heeft de moeder, verzoekster, een verzoek ingediend tot afgifte van een verklaring voor recht met betrekking tot een buitenlandse akte die is opgemaakt in de Dominicaanse Republiek. De akte, gedateerd op 24 augustus 2015, betreft de voogdij en het wettelijk gezag over de minderjarige, die op 23 februari 2006 is geboren. De vader, belanghebbende, is vermeld op de geboorteakte. De minderjarige verblijft sinds 23 augustus 2015 feitelijk in Aruba, maar heeft geen verblijfstitel.

De procedure begon met het indienen van het verzoekschrift op 27 november 2015, gevolgd door een advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 11 maart 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2016 waren de moeder en de ambtenaar van de burgerlijke stand aanwezig. Het gerecht heeft de zaak beoordeeld op basis van artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een verklaring voor recht af te geven over buitenlandse akten.

Het gerecht heeft geconcludeerd dat de akte van 24 augustus 2015 niet vatbaar is voor opneming in het register van de burgerlijke stand, omdat deze registers geen informatie bevatten over voogdij of gezag over minderjarigen. Daarom is het verzoek van de moeder niet toewijsbaar. De beschikking is op 26 april 2016 uitgesproken door rechter W.C.E. Winfield in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 26 april 2016
behorend bij EJ. nr. 2724 van 2015.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
procederend in persoon,
Belanghebbende:
[belanghebbende sub 1], hierna: de vader,
[minderjarige], hierna: de minderjarige,
De ambtenaar van de burgerlijke stand,hierna: de abs,
in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 27 november 2015,
- het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, ingediend op 11 maart 2016;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 15 maart 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon en de ambtenaar van de burgerlijke stand bij mr. J.M.A.M. Ponsioen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is op 23 februari 2006 in de Dominicaanse Republiek uit de moeder geboren. Op het uittreksel van de geboorteakte staat de heer [belanghebbende sub 1] als de vader vermeld.
2.2
Bij akte van 24 augustus 2015 zijn de moeder en de vader ten overstaan van X,
Abogado Notario-Público de los del Número para el Distrito Nacional,overeengekomen dat de voogdij (“tutela”) en het wettelijk gezag (“guarda legal”) over de minderjarige aan de moeder zullen worden toegekend.
2.3
De minderjarige verblijft sinds 23 augustus 2015 feitelijk in Aruba, zonder in het bezit te zijn van een verblijfstitel.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - tot afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ter zake van voornoemde akte van 24 augustus 2015.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van artikel 1:26 BW kan het gerecht een verklaring voor recht afgeven dat een buiten Aruba opgemaakte akte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt, en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
4.2
Voornoemde akte van 24 augustus 2015 is naar zijn aard niet vatbaar voor opneming in een register van de burgerlijke stand, aangezien die registers geen informatie omtrent voogdij c.q. gezag over minderjarigen bevatten. Het verzoek is daarom niet toewijsbaar.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 26 april 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.