ECLI:NL:OGEAA:2016:379
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontzetting ouderlijk gezag en omgangsregeling in een gezinszaak
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 april 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige. De grootmoeder van de minderjarige had verzocht om de moeder uit het gezag te ontzetten, maar het gerecht oordeelde, op basis van het rapport van de Voogdijraad, dat er geen gronden waren voor ontzetting. De moeder had ingestemd met gezamenlijk gezag, wat het gerecht ertoe bracht te concluderen dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige op te voeden.
Het gerecht heeft bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vader zal zijn, aangezien uit het onderzoek van de Voogdijraad bleek dat de vader een stabiele woonplek biedt. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld tussen de grootmoeder en de minderjarige, waarbij de grootmoeder één keer per maand omgang heeft. De grootmoeder kreeg ook toestemming om kosteloos te procederen, en de kosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beslissing van het gerecht is gebaseerd op de belangen van de minderjarige, waarbij de communicatie tussen de ouders en hun vermogen om gezamenlijk beslissingen te nemen over de opvoeding van de minderjarige als positief zijn beoordeeld.