Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Official car dealer for Volkwagen vehicles on Aruba. GTi Aruba is the official Volkswagen, Audi and Porsche dealer on Aruba. We are also the authorized service dealer for these brands. With qualified mechanics and service parts. We deliver quality cars form the worlds biggest brands. (…)
We represented Porsche during the time you bought your Porsche, since this business was not profitable we stopped importing Porsche models to Aruba.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
Dat GTi geen erkende Porsche dealer is heeft Eiser eind 2014/ eerste kwartaal 2015 ontdekt. Na een servicebeurt vertoonde de auto eind 2014 kuren in die zin dat (met name bij het optrekken) een ‘bokkend’ geluid werd waargenomen. Het lukte GTi niet dat euvel te verhelpen. Bij zijn eigen speurtocht naar de oplossing die zijdens GTi maar op zich liet wachten, kwam Eiser erachter dat GTi geen erkend Porsche- dealer is en ook nooit geweest is. GTi, maar ook de auto zelf komt niet voor in de administratie van Porsche Latin America. GTi voldoet dan ook niet aan de (strenge) eisen waaraan officiële Porsche dealers moeten voldoen om een dealerovereenkomst te kunnen sluiten.
Aan die ongedaanmakingsverplichting kan hij zonder meer voldoen. Terecht beroept Eiser zich met betrekking tot de vraag of hij aan de uit artikel 6:203 lid 1 BW voortvloeiende verplichting voldoet door de in 2012 aan hem afgegeven auto in 2016 terug te geven zonder dat rekening wordt gehouden met de waardevermindering door tijdsverloop [1] , op Hoge Raad, 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:236. In dat arrest wordt duidelijk gemaakt dat een consument, zoals Eiser, in beginsel mag volstaan met teruggave van de zaak in de staat waarin deze zich op het moment van de teruggave bevindt, zonder dat hij verplicht is tot vergoeding van de waardevermindering. De consument dient vanaf het moment waarop hij redelijkerwijze met een verplichting tot teruggave rekening moet houden, als een zorgvuldig schuldenaar voor de zaak zorg te dragen. Dat Eiser dat niet heeft gedaan is niet gesteld. Voor waardevermindering die te wijten is aan een gebrek aan zorg, is de consument aansprakelijk. Ook dat is hier niet aan de orde. De consument is niet gehouden om, naast de hiervoor bedoelde (schade)vergoedingen, ook een vergoeding te betalen voor het genot (daaronder begrepen de mogelijkheid tot gebruik) dat hij van de zaak heeft gehad. Art. 6:203 lid 3 en art 6:210 BW, art. 6:278 BW en art. 6:212 BW kunnen geen grondslag voor een dergelijke vergoeding bieden, zo volgt uit het arrest. Ten overvloede overweegt het gerecht nog, dat als zou moeten worden geoordeeld dat Eiser in 2016 te kort schiet in de nakoming van zijn verbintenis tot teruggave van de auto zoals die in 2012 aan hem werd afgegeven, de daardoor ontstane schade niet in de zin van artikel 6:74 BW aan hem kan worden toegerekend. Die schade is immers ontstaan door enkel tijdsverloop en doordat Eiser pas in het eerste kwartaal 2015 tot de ontdekking kwam dat grond bestond zich op vernietigbaarheid van de koopovereenkomst te beroepen en GTi niet meewerkte aan teruggave van de auto tegen terugbetaling van de volledige koopprijs.