ECLI:NL:OGEAA:2016:359

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 mei 2016
Publicatiedatum
7 juni 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2101 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van vaderschap door minderjarigen met DNA-onderzoek

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van vaderschap. De verzoekster, aangeduid als de moeder, had eerder een verzoek ingediend op basis van een beschikking van 17 november 2015, waarin een DNA-onderzoek was gelast. De moeder stelde dat de man, die de erkenning had gedaan, niet de biologische vader van de minderjarigen was. De bijzonder curator, benoemd om de minderjarigen te vertegenwoordigen, heeft namens hen een verzoek tot vernietiging van de erkenning ingediend. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen gronden waren voor de moeder om haar verzoek in te dienen, en verklaarde haar verzoek niet-ontvankelijk. Echter, het verzoek van de minderjarigen werd inhoudelijk behandeld. Het gerecht heeft op basis van het DNA-onderzoek, dat bevestigde dat de man niet de biologische vader was, besloten de erkenning te vernietigen. De beschikking is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat dit niet mogelijk is volgens het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De uitspraak benadrukt het belang van het recht van minderjarigen om hun afstamming te laten vaststellen en de rol van de bijzonder curator in dergelijke zaken.

Uitspraak

Beschikking van 31 mei 2016
Behorend bij EJ nr. 2101 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[naam],
kosteloos procederen krachtens beschikking van dit gerecht van 17 november 2015,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen
[naam],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige 1],
[naam minderjarige 2],
de minderjarigen,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator.

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 17 november 2015 waarin een DNA-onderzoek is gelast en de bijzonder curator in de gelegenheid is gesteld om zijn mening kenbaar te maken. Het verdere verloop de procedure blijkt uit:
  • het resultaat van het DNA-onderzoek, ingediend op 27 januari 2016;
  • de akte uitlating zijdens de bijzonder curator, ingediend op 5 februari 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling van 19 april 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder bijgestaan door haar gemachtigde en [naam X].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
Ingevolge artikel 1:205, eerste lid, onder c, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA). kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning, op de grond dat de erkenner niet de biologische vader van het kind is, bij het gerecht worden ingediend door de moeder, indien zij door bedreiging, dwaling of bedrog, of tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden bewogen is toestemming tot de erkenning te geven. Het gerecht stelt vast dat er in casu geen sprake is van een van de vorenstaande genoemde gronden. De moeder heeft in dit verband evenwel betoogd dat de in dit wettelijk voorschrift neergelegde beperking van het recht van de moeder tot indiening van een verzoek tot vernietiging van de erkenning wegens strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) buiten toepassing dient te blijven. In aanmerking genomen dat, naar uit hetgeen hierna wordt overwogen volgt, de minderjarigen zelf mogelijkheid hebben om een verzoek tot vernietiging van de erkenning in te dienen en de bijzonder curator daartoe namens hen ook daadwerkelijk is overgegaan, bestaat er in dit geval geen aanleiding voor het buiten toepassing laten van artikel 1:205, eerste lid, onder c, voornoemd. Het verzoek van de moeder is derhalve niet-ontvankelijk.
2.2
Ingevolge artikel 1:212 BWA in zaken van afstamming het minderjarige kind vertegenwoordigd dient te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De bijzonder curator heeft bij akte van 5 februari 2016 te kennen gegeven namens de minderjarigen het verzoek te willen doen tot vernietiging van de erkenning. Het gerecht ziet grond om op dit door de bijzondere curator namens de minderjarigen ingediende verzoek inhoudelijk te beslissen. Daarbij is in aanmerking genomen dat de minderjarigen in dit verzoek kunnen worden ontvangen nu het namens deze is ingediend binnen de in artikel 1:205, vierde lid, BWA gestelde termijn.
2.3
De moeder heeft een rapport overgelegd van het Laboratorio Familiar van 16 november 2015, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test). Op grond van dit rapport kan de conclusie worden getrokken dat de man niet de biologische vader van de minderjarigen kan zijn. Nu biologisch vaderschap door middel DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat de man niet de biologische vader is. Het gerecht zal het verzoek van de minderjarigen daarom toewijzen.
2.4
Verzocht is nog de beschikking - voor zover mogelijk - uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Gelet op het bepaalde in artikel 1:206, eerste lid, BWA leent een beschikking houdende vernietiging van de erkenning zich naar haar aard niet voor uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
beslissende op het verzoek van de moeder:
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek,
beslissende op het verzoek van de minderjarigen, namens hen gedaan door de bijzonder curator:
vernietigt de erkenning van [naam man], geboren op [geboortedatum], van [naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatm] in Aruba en [naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba, uit [naam moeder],
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 31 mei 2016 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.