In deze beschikking van 12 januari 2016, uitgesproken door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is het verzoek van de vader om wijziging van het gezag over zijn drie minderjarige kinderen behandeld. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.C. Lopez Paz, verzoekt het gerecht om het gezag over de minderjarigen te wijzigen, zodat hij alleen of gezamenlijk met de moeder met het gezag wordt belast. De moeder, die in Colombia verblijft, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De minderjarigen zijn door de vader erkend en de moeder oefent van rechtswege het gezag over hen uit.
De vader baseert zijn verzoek op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om het gezag te wijzigen. Hij stelt dat de moeder in juli 2015 naar Colombia is vertrokken en sindsdien geen contact meer heeft met de vader of de kinderen. De Voogdijraad heeft tijdens de zitting aangegeven dat er een klacht tegen de vader is ingediend wegens mishandeling van de moeder, wat de situatie verder compliceert. Het gerecht oordeelt dat het noodzakelijk is dat de Voogdijraad onderzoek verricht naar de sociale omstandigheden van de betrokken partijen, om te bepalen of het in het belang van de minderjarigen is dat het gezag wordt gewijzigd.
De zaak is verwezen naar een rolzitting voor overlegging van het rapport van de Voogdijraad, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot het rapport is ingediend. De beschikking benadrukt het belang van het welzijn van de minderjarigen en de noodzaak van een grondig onderzoek voordat er een beslissing kan worden genomen over het gezag.