In deze zaak heeft de verzoeker, wonende in Aruba, op 14 oktober 2015 een verzoekschrift ingediend tot erkenning van een uitspraak van een Dominicaanse rechter. De zaak betreft de goedkeuring van een notariële akte waarin de moeder het gezag en de voogdij over hun minderjarige kind overdraagt aan de vader, de verzoeker, zodat het kind met hem naar Aruba kan reizen en daar ingezetenschap kan verkrijgen. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft op 3 februari 2016 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De behandeling van de zaak vond plaats op 9 februari 2016, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was.
Het gerecht heeft de feiten en het verzoek beoordeeld. Op basis van artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek kan het gerecht een verklaring voor recht afgeven dat een buiten Aruba gedane uitspraak door een bevoegde instantie is gedaan en vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand. Echter, het gerecht oordeelt dat de uitspraak van de Dominicaanse rechter niet vatbaar is voor opneming in het register, omdat deze registers geen informatie bevatten over voogdij of gezag over minderjarigen. Daarom is het verzoek niet toewijsbaar.
De beslissing van het gerecht is om het verzoek af te wijzen. Deze beschikking is gegeven door mr. W.C.E. Winfield en openbaar uitgesproken op 22 maart 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.