ECLI:NL:OGEAA:2016:177

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 maart 2016
Publicatiedatum
24 maart 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2795 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de vader van de minderjarige Y

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad op 8 december 2015 een verzoekschrift ingediend tegen de vader van de minderjarige Y. De vader, die niet verschenen is op de zitting, is wettelijk verplicht om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kind. De minderjarige Y is geboren in 2014 en erkend door de vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 februari 2016 was alleen de vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig. De vader had de gelegenheid om zich te verweren, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

Het verzoek van de Voogdijraad strekt tot veroordeling van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 250,-, ingaande op 1 december 2015. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet en dat hij niet heeft gereageerd op het verzoek. Gezien het ontbreken van verweer heeft het gerecht besloten het verzoek toe te wijzen. De alimentatieverplichting gaat in op 1 januari 2016, de datum waarop de vader geacht wordt van het verzoek op de hoogte te zijn.

In de beslissing heeft het gerecht de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 250,- per maand, te voldoen via de Voogdijraad, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door rechter W.C.E. Winfield op 15 maart 2016, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 15 maart 2016
behorend bij EJ nr. 2795 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
tegen
X,
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de vader,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
Y, de minderjarige,
Z, de moeder.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 8 december 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 februari 2016, waaruit blijkt dat is verschenen de vertegenwoordiger van de Voogdijraad; verweerder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2014 in Aruba geboren de thans nog minderjarige Y (hierna: de minderjarige). De minderjarige is op [datum] 2014 door de vader erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 250,- ingaande 1 december 2015 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

De vader is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn zoon. Hij heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren. Het verzoek zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, met dien verstande dat de alimentatieverplichting ingaat op 1 januari 2016, zijnde de datum waarop de vader geacht kan worden van het verzoek te hebben kennisgenomen.
DE BESLISSING
Het gerecht:
veroordeelt X om met ingang van 1 januari 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, via de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 250,- per maand als bijdrage in de kosten van opvoeding en verzorging van zijn minderjarige kind, Y, geboren op [datum] 2014 in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 15 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.