ECLI:NL:OGEAA:2015:555
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering verkrijging Nederlanderschap
Op 6 februari 2014 heeft de appellante een verklaring ter verkrijging van het Nederlanderschap afgelegd bij de Gouverneur van Aruba. Deze verklaring, ook wel optieverklaring genoemd, is bedoeld om het Nederlanderschap te verkrijgen volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap. Op 27 maart 2014 heeft de Gouverneur echter geweigerd om de verkrijging van het Nederlanderschap door de appellante te bevestigen. Hierop heeft de appellante op 8 april 2015 bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Omdat er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft de appellante op 17 juli 2015 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift. Volgens artikel 32, onder c, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. In dit geval was er geen reële beslissing op het bezwaar genomen en had de verweerder geen inhoudelijk verweer gevoerd. Dit leidde tot de conclusie dat de afwijzende beschikking kennelijk niet in stand kon blijven.
De rechter heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden fictieve afwijzende beschikking vernietigd. De verweerder is opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van de appellante. Tevens is bepaald dat het door de appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan haar moet worden terugbetaald. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken op 9 november 2015. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing op het beroep moet worden ingesteld.