ECLI:NL:OGEAA:2015:554

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2015
Publicatiedatum
11 december 2015
Zaaknummer
LAR nr. 1393 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing aanvraag vroegtijdig eervol ontslag op grond van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding

In deze zaak heeft appellant, wonende in Aruba, op 28 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beschikking van 23 december 2014 van de Beoordelingscommissie vrijwillige uitdiensttreding. Appellant had verzocht om gebruik te maken van de mogelijkheid voor vroegtijdig eervol ontslag zoals voorzien in de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding. Aangezien er geen beslissing was genomen op het bezwaar, heeft appellant op 26 juni 2015 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Het gerecht heeft vastgesteld dat appellant tijdig in beroep is gekomen en dat de beslissing waartegen het beroep was gericht, kennelijk niet in stand kon blijven. Dit werd onderbouwd door het feit dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat er geen verweer door de verweerder was gevoerd. Het gerecht heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden fictieve afwijzende beschikking vernietigd.

De rechter heeft bepaald dat de verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van appellant. Tevens is gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken op 9 november 2015. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 9 november 2015
LAR nr. 1393 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[ xxxx ],
wondende in Aruba,
APPELLANT,
procederende in persoon,
gericht tegen:
de Beoordelingscommissie vrijwillige uitdiensttreding,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft op 28 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beschikking van 23 december 2014 verweerder op zijn aanvraag om met gebruikmaking van de in de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding geboden mogelijkheid om vroegtijdig eervol ontslag te nemen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 26 juni 2015 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is niet gebleken.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellant;
 bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
 gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 9 november 2105, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).