ECLI:NL:OGEAA:2015:552

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2015
Publicatiedatum
11 december 2015
Zaaknummer
LAR nr. 1227 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op een verzoek om een bioscoopvergunning

Op 9 november 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarbij appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt, in beroep ging tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om een bioscoopvergunning. Appellante had op 23 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op haar eerder ingediende verzoek van 26 september 2014. Aangezien er geen beslissing was genomen op het bezwaar, heeft appellante op 9 juni 2015 beroep ingesteld bij het gerecht.

Het gerecht overwoog dat appellante tijdig in beroep was gekomen en dat de beslissing waartegen het beroep was gericht, kennelijk niet in stand kon blijven. De rechter stelde vast dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat er geen verweer door de verweerder was gevoerd. Hierdoor werd het beroep gegrond verklaard.

De rechter heeft de minister van Economische Zaken, Communicatie, Energie en Milieu, als verweerder, veroordeeld om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante. Daarnaast werd de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,-- aan gemachtigdensalaris, en werd het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan haar terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

Uitspraak van 9 november 2015
LAR nr. 1227 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[ xxxx ],
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt,
gericht tegen:
de minister van Economische Zaken, Communicatie, Energie en Milieu,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 23 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek bij brief van 26 september 2014 tot verkrijging van een bioscoopvergunning.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 9 juni 2015 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,-- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
 bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
 veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,--;
 gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,-- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 9 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).