ECLI:NL:OGEAA:2015:521

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 november 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
EJ nr. 1652 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van het gezag over een minderjarige in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige. Het verzoek is ingediend door de vader, X, die vertegenwoordigd werd door zijn advocaat, mr. C.J. Hart, tegen de moeder, Y, die in persoon procedeerde. De minderjarige, Z, is geboren in Aruba en de moeder oefent van rechtswege het gezag over haar uit. De vader heeft het verzoek ingediend op 29 juli 2015, en de mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2015, waarbij de Voogdijraad vertegenwoordigd was door mevrouw A. Flanders.

De vader verzocht om gezamenlijk gezag over de minderjarige, gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Dit artikel biedt de vader de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om gezamenlijk gezag te verkrijgen, mits dit in het belang van het kind is. Tijdens de zitting bleek dat de ouders in gezinsverband samenwonen en de minderjarige gezamenlijk verzorgen en opvoeden. De moeder heeft ingestemd met het verzoek van de vader.

Het gerecht heeft, na het horen van de Voogdijraad, geoordeeld dat beide ouders geschikt zijn om de minderjarige naar behoren te verzorgen en op te voeden. Daarom is besloten om het gezag over de minderjarige gezamenlijk aan de ouders toe te kennen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De griffier zal aantekening houden in het gezagsregister, conform de relevante wetgeving.

Uitspraak

Beschikking van 24 november 2015
Behorend bij EJ nr. 1652 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
X,
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen
Y,
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de moeder,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
Z, de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 29 juli 2015,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 27 oktober 2015, waaruit blijkt aanwezig zijn de vader bijgestaan door zijn gemachtigde en de moeder in persoon. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw A. Flanders.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarige is op [datum] 2015 in Aruba uit de moeder geboren. Zij is op [datum] 2015 door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uit.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek, dat strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de vader voortaan gezamenlijk met de moeder met het ouderlijk gezag over de minderjarige zal worden belast, is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW). Dit artikel biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om hem in plaats van de moeder met het gezag over het kind te belasten. Uit de jurisprudentie (vgl. HR 27 mei 2005, NJ 2005, 485) volgt dat dit artikel in overeenstemming met artikel 6 lid 1 EVRM aldus moet worden uitgelegd, dat de vader niet alleen om toekenning van eenhoofdig, maar ook van gezamenlijk gezag over het kind kan verzoeken.
Aangenomen moet worden dat indien het verzoek ertoe strekt de ouders met het gezamenlijk gezag te belasten, het verzoek slechts wordt afgewezen indien de rechter dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt (vgl. Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 22 september 2009, ECLI:NL:OGHNAA:2009:BK0007).
3.2
Ter zitting is gebleken dat de partijen in gezinsverband met elkaar samenwonen en samen de minderjarige verzorgen en opvoeden. De moeder heeft ingestemd met het verzoek.
3.3
Gelet hierop en gehoord de Voogdijraad, acht het gerecht beide ouders geschikt en in staat de minderjarige naar behoren te verzorgen en op te voeden. In het belang van de minderjarige zal het gerecht daarom partijen gezamenlijk belasten met het gezag over de minderjarige.
3.4
Dat de griffier van deze beslissing aantekening zal houden in het gezagsregister, volgt rechtstreeks uit artikel 1:244 BW in samenhang met artikelen 1 en 2, lid 1 en onder a van het Landsbesluit gezagsregisters (AB 2002 no. 22), zodat het daartoe strekkend verzoek zal worden afgewezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, X, voortaan gezamenlijk met de moeder, Y, het gezag over Z, geboren op [datum] 2015 in Aruba, zal uitoefenen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 24 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.