ECLI:NL:OGEAA:2015:52
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende koffiehuis- en restaurantvergunning
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft verzoekster, een inwoner van Aruba, het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht aan de minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport, die verantwoordelijk is voor het verlenen van een koffiehuisvergunning en een restaurantvergunning B. Verzoekster had op 22 oktober 2014 een aanvraag ingediend voor deze vergunningen, maar ontving geen tijdige beslissing. Hierop heeft zij op 29 april 2015 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing en op 21 mei 2015 het gerecht verzocht om een bevel aan de minister om een reële beslissing te nemen op haar verzoek, met de dreiging van een dwangsom bij niet-naleving.
Het gerecht heeft de zaak behandeld zonder partijen te horen, omdat het verzoek evident niet voor inwilliging vatbaar was. De rechter oordeelde dat de termijn waarbinnen de minister op het bezwaarschrift moest beslissen nog niet was verstreken, en dat verzoekster geen spoedeisend belang had bij een onmiddellijke beslissing op haar primaire verzoek. De rechter heeft de relevante artikelen van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) aangehaald, die de termijnen en procedures voor het behandelen van bezwaarschriften en het nemen van beslissingen door bestuursorganen regelen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba het verzoek van verzoekster afgewezen, met de overweging dat de wettelijke termijnen nog niet waren overschreden en dat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De uitspraak werd gedaan op 1 juni 2015 door rechter W.C.E. Winfield en werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.