ECLI:NL:OGEAA:2015:485
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tardief ingediend verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft verzoekster, een N.V. gevestigd in Aruba, op 2 mei 2011 een bezwaarschrift ingediend tegen het uitblijven van een beschikking met betrekking tot de uitgifte van een perceel domeingrond voor de aanleg van een pier. Na een eerdere uitspraak van het gerecht op 15 februari 2012, waarin werd bepaald dat de minister binnen twee maanden een beslissing moest nemen, heeft verzoekster op 13 september 2013 een verzoekschrift ingediend op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek was gericht op het opleggen van een dwangsom aan de minister voor het niet tijdig nemen van een beslissing.
De zaak is behandeld op 25 mei 2015, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De minister voerde aan dat het verzoekschrift tardief was ingediend, aangezien er op 15 april 2012 al een nieuwe fictieve afwijzende beslissing was ontstaan. Verzoekster had volgens de minister binnen zes maanden na deze beslissing haar verzoekschrift moeten indienen, maar deed dit pas na 16 maanden.
Het gerecht oordeelde dat het verzoek inderdaad tardief was, omdat er een redelijke termijn van zes maanden gold voor het indienen van een verzoekschrift. Het gerecht wees het verzoek af, omdat het niet tijdig was ingediend. Ten overvloede merkte het gerecht op dat er nog geen gevolg was gegeven aan de eerdere uitspraak van 15 februari 2012, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.