Uitspraak
Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap, Dienst uitvoering onderwijs,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, betaling van een studieschuld door gedaagde Jean-Carlos Lucan Gregory Rosaria. De eiseres vorderde een bedrag van € 14.636,30, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat gedaagde nog niet had afgelost op zijn studielening. Gedaagde erkende het bestaan van de schuld, maar voerde verweer op basis van verjaring en betwistte de hoogte van de vordering. Hij stelde dat hij niet in staat was om te betalen vanwege werkloosheid en dat de proceskosten onterecht waren gemaakt.
De rechter beoordeelde de argumenten van beide partijen en concludeerde dat de eiseres voldoende bewijs had geleverd voor de vordering. Het gerecht oordeelde dat gedaagde zijn adreswijzigingen niet had doorgegeven, waardoor hij het risico liep dat aanmaningen hem niet bereikten. Het beroep op verjaring werd verworpen. De rechter oordeelde dat de buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde rente op basis van de Wet studiefinanciering 2000 toewijsbaar waren. Uiteindelijk werd gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de kosten van de procedure, en werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.