ECLI:NL:OGEAA:2015:146

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 juni 2015
Publicatiedatum
3 juli 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 840 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging voorlopige toevertrouwing van minderjarige aan Voogdijraad

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 juni 2015 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van de minderjarige A, geboren in 1999 in de Dominicaanse Republiek, aan de Voogdijraad. De ouders van de minderjarige zijn B, de moeder, en C, de vader, waarbij de moeder in de Dominicaanse Republiek woont en de vader in Aruba. De procedure begon met een vordering die op 22 april 2015 werd ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 1 juni 2015 en een mondelinge behandeling op 2 juni 2015. Tijdens deze behandeling waren de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vader en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig, terwijl de moeder, ondanks een behoorlijke oproeping, niet verscheen.

De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige uit het huwelijk van de ouders is geboren en dat zij van rechtswege het ouderlijk gezag uitoefenen. Op 13 april 2015 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarige aan het gezag van de ouders onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De rechter oordeelde dat, op basis van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden, het Openbaar Ministerie het kind aan het gezag van de ouders kan onttrekken indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing was tijdig gevorderd, waardoor deze nog van kracht was.

De rechter heeft geoordeeld dat de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn geworden en dat het in het belang van de minderjarige is dat de ouders gedurende het onderzoek naar de ontheffing van het ouderlijk gezag uit hun gezag worden geschorst. De beschikking houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd, dat de ouders uit het gezag worden geschorst en dat deze toevertrouwing van kracht blijft totdat er een definitieve beslissing is genomen over de ontheffing.

Uitspraak

Beschikking van 30 juni 2015
behorend bij E.J. nr. 840 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van:
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad
van de minderjarige:
A,
geboren op ….. 1999 in de Dominicaanse Republiek,
van wie de ouders zijn:
B, de moeder,
wonende in de Dominicaanse Republiek, en
C, de vader,
wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 22 april 2015,
- het minderjarigenverhoor op 1 juni 2015,
- de mondelinge behandeling van 2 juni 2015, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vader in persoon en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad. De moeder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is geboren uit het huwelijk tussen de moeder en de vader. De ouders oefenen van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige uit.
2.2
Op 13 april 2015 heeft het openbaar ministerie de aan het gezag van de ouders onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden, kan het openbaar ministerie, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, het kind aan het gezag van de ouder(s) onttrekken en alsdan voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwen. De toevertrouwing vervalt indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
De bekrachtiging is tijdig gevorderd, zodat de toevertrouwing nog van kracht is.
3.3
Ingevolge artikel 1:272, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter, indien de bekrachtiging tijdig is gevorderd, hetzij de teruggave van het kind aan zijn ouders bevelen, hetzij een van de beschikkingen geven, bedoeld in artikel 1:271 BW.
3.4
In dit geval zijn de door de wet aangegeven gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk geworden en is het in het belang van de dat de ouders hangende het onderzoek ter zake van het verzoek om ontheffing van de ouders uit het ouderlijk gezag, geheel in de uitoefening van het gezag over hen worden geschorst.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bekrachtigt de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van A, geboren op ….. 1999 in de Dominicaanse Republiek,
schorst de ouders gedurende deze toevertrouwing uit het gezag welke over deze ,
bepaalt dat de toevertrouwd zal worden aan de Voogdijraad,
bepaalt dat deze toevertrouwing van kracht zal blijven totdat omtrent de ontheffing bij gewijsde is beslist,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 30 juni 2015 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.