ECLI:NL:OGEAA:2015:146
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging voorlopige toevertrouwing van minderjarige aan Voogdijraad
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 juni 2015 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van de minderjarige A, geboren in 1999 in de Dominicaanse Republiek, aan de Voogdijraad. De ouders van de minderjarige zijn B, de moeder, en C, de vader, waarbij de moeder in de Dominicaanse Republiek woont en de vader in Aruba. De procedure begon met een vordering die op 22 april 2015 werd ingediend, gevolgd door een minderjarigenverhoor op 1 juni 2015 en een mondelinge behandeling op 2 juni 2015. Tijdens deze behandeling waren de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vader en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig, terwijl de moeder, ondanks een behoorlijke oproeping, niet verscheen.
De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige uit het huwelijk van de ouders is geboren en dat zij van rechtswege het ouderlijk gezag uitoefenen. Op 13 april 2015 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarige aan het gezag van de ouders onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De rechter oordeelde dat, op basis van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden, het Openbaar Ministerie het kind aan het gezag van de ouders kan onttrekken indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing was tijdig gevorderd, waardoor deze nog van kracht was.
De rechter heeft geoordeeld dat de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn geworden en dat het in het belang van de minderjarige is dat de ouders gedurende het onderzoek naar de ontheffing van het ouderlijk gezag uit hun gezag worden geschorst. De beschikking houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd, dat de ouders uit het gezag worden geschorst en dat deze toevertrouwing van kracht blijft totdat er een definitieve beslissing is genomen over de ontheffing.