ECLI:NL:OGEAA:2015:127
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure omtrent vergunning tot tijdelijk verblijf in Aruba
In deze bestuurszaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 juni 2015 uitspraak gedaan in het beroep van appellante tegen de minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu. Appellante had een vergunning tot tijdelijk verblijf aangevraagd, welke op 27 juni 2014 werd verleend. Tegen deze beschikking heeft appellante op 12 augustus 2014 bezwaar gemaakt, maar het gerecht heeft geoordeeld dat dit bezwaar niet-ontvankelijk is. De primaire beschikking behelst geen weigering van een vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd, maar is volledig in lijn met de aanvraag van appellante. Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante niet kan stellen dat zij door de beschikking van 27 juni 2014 rechtstreeks in haar belang is getroffen, aangezien zij zelf om een tijdelijke vergunning heeft verzocht. De beslissing op bezwaar wordt dan ook aangemerkt als strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak kan worden ingesteld.