In deze Arubaanse zaak is een verzoek ingediend door verschillende werkgeversorganisaties, waaronder Aruba Hotel Enterprises N.V. (Westin), de coöperatieve vereniging La Cabana Beach & Racket Club, Hyatt Aruba N.V., De Palm Tours N.V. en Bruno Tours N.V., en de vereniging Aruba Hotel & Tourism Association (AHATA), gericht tegen de beslissing van de Landsbemiddelaar om referenda te houden onder de werknemers van deze bedrijven. De vakbond Sindicato di Trahadornan di Aruba (STA) had verzocht om deze referenda, die bedoeld zijn om te bepalen welke vakbond de meerderheid van de werknemers vertegenwoordigt. De werkgevers hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de Landsbemiddelaar, waarin de data voor de referenda zijn vastgesteld, en hebben het gerecht verzocht om deze besluiten te schorsen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de beslissing van de Landsbemiddelaar tot het houden van een referendum gericht is op publiekrechtelijk rechtsgevolg, wat betekent dat de werkgevers verplicht zijn om aan het referendum mee te werken. De rechter heeft echter twijfels geuit over de wijze waarop de belangen van de werkgevers in de besluitvorming zijn betrokken. Het gerecht heeft geoordeeld dat er onvoldoende inzicht is gegeven in hoe deze belangen zijn meegenomen, wat leidt tot de conclusie dat de bestreden beschikkingen mogelijk niet in stand kunnen blijven.
Daarom heeft het gerecht besloten om de bestreden beschikkingen van de Landsbemiddelaar te schorsen totdat er een beslissing is genomen op het bezwaar van de werkgevers. Tevens is de Landsbemiddelaar veroordeeld in de proceskosten van de werkgevers. De uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 8 februari 2013.