In deze zaak gaat het om een beroep tegen de intrekking van een verklaring van geen bezwaar, die noodzakelijk is voor het vervullen van een vertrouwensfunctie binnen het beveiligde gebied van de luchthaven van Aruba. De Veiligheidsdienst heeft de intrekking van de verklaring gebaseerd op informatie die zij niet openbaar wilde maken, wat de appellant in zijn verweer ernstig heeft benadeeld. Het gerecht heeft de zaak behandeld en op 10 april 2013 uitspraak gedaan. Het gerecht oordeelt dat de vertrouwensfunctie van de appellant, die als ramphandler werkzaam was, niet zonder meer kan worden ingetrokken zonder voldoende motivering en transparantie over de onderliggende informatie. Het gerecht heeft vastgesteld dat de Veiligheidsdienst onvoldoende bewijs heeft geleverd om de intrekking te rechtvaardigen, en dat de geheimhouding van de informatie niet opweegt tegen het recht van de appellant op een eerlijk proces. De uitspraak leidt tot de conclusie dat de bestreden beschikking niet kan worden gedragen door de motivering die eraan ten grondslag ligt. Het beroep van de appellant is gegrond verklaard, en de minister van Algemene Zaken moet binnen drie maanden een nieuwe beslissing nemen op het bezwaar van de appellant. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de appellant.