In deze Arubaanse zaak heeft appellante, werkzaam als ambtenaar bij de Directie Belastingen, verzocht om de verwijdering van twee brieven uit haar personeelsdossier. Deze brieven betroffen haar functioneren en waren afkomstig van de verweerster, de waarnemend directeur der belastingen. Appellante had verweerster op 24 januari 2012 verzocht om deze brieven te verwijderen, maar ontving hierop geen reactie. Vervolgens heeft zij op 22 mei 2012 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht, waarin zij verweerster verzocht om de brieven te verwijderen op basis van de Landsverordening persoonsregistraties.
Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante niet-ontvankelijk is in haar beroep, omdat zij verzuimd heeft om eerst bezwaar te maken tegen het uitblijven van een beslissing van verweerster. Volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR) kan beroep alleen worden ingesteld tegen een beslissing op een bezwaarschrift. Het gerecht heeft echter besloten om het beroepschrift van appellante als bezwaarschrift te behandelen en door te zenden naar verweerster, in overeenstemming met de beginselen van behoorlijke rechtspleging.
De uitspraak, gedaan op 10 oktober 2012, concludeert dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk is, maar dat het verzoek als bezwaarschrift moet worden behandeld. De griffier is opgedragen om het bezwaarschrift door te zenden naar verweerster, zodat deze alsnog kan reageren op het verzoek van appellante.