ECLI:NL:OGEAA:2012:1

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 januari 2012
Publicatiedatum
2 oktober 2013
Zaaknummer
L.A.R. nr. 2059 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake goedkeuring mobiel telefoonnetwerk

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een beroep van New Millennium Telecom Services N.V., h.o.d.n. Digicel, tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaar door de Directeur van de Directie Telecommunicatiezaken. De zaak is ontstaan na een keuring van het mobiele telefoonnetwerk van appellante in juli 2011, waaruit bleek dat er tekortkomingen waren. De directeur heeft appellante in de gelegenheid gesteld om deze tekortkomingen binnen negentig dagen te herstellen, maar heeft het bezwaar van appellante op 30 mei 2012 niet-ontvankelijk verklaard.

Appellante heeft op 11 juli 2012 beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de zitting op 19 november 2012 is de zaak behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De rechter heeft overwogen dat de brief van 19 augustus 2011 van de directeur niet gericht was op enig rechtsgevolg, en dat de appellante dus geen recht had op een beroep tegen deze brief. De rechter concludeert dat de directeur terecht het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de brief geen beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) was.

De rechter heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 16 januari 2012 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Uitspraak van 16 januari 2012
L.A.R. nr. 2059 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
NEW MILLENIUM TELECOM SERVICES N.V., h.o.d.n. DIGICEL,
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. E.A.D.M.E.J. Wever,
gericht tegen:
DE DIRECTEUR VAN DE DIRECTIE TELECOMMUNICATIEZAKEN,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Passchier.

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 19 augustus 2011 heeft verweerder aan appellante onder meer medegedeeld dat bij keuringen die in de maand juli 2011 zijn verricht, een aantal nader omschreven tekortkomingen is geconstateerd als gevolg waarvan het nieuwe WCDMA/HSPA-netwerk niet helemaal wordt goedgekeurd. Daarbij is appellante conform artikel 16, vijfde lid, van de aan haar bij landsbesluit van 22 september 2004 verleende concessie in de gelegenheid gesteld om binnen negentig dagen de nodige voorzieningen te treffen opdat het mobiel openbaar telefoonnetwerk kan voldoen aan de technische eisen en voorwaarden.
Tegen deze brief heeft appellante op 30 september 2011 bezwaar gemaakt bij verweerder.
Bij beschikking van 30 mei 2012 heeft verweerder het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze beschikking heeft appellante op 11 juli 2012 beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van 19 november 2012, waar partijen zijn verschenen bij gemachtigde.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Lar wordt in deze landsverordening en de daarop berustende verstaan onder beschikking: een op enig rechtsgevolg gericht schriftelijk besluit van een bestuursorgaan.
2.2.
Ingevolge artikel 2, aanhef, eerste volzin, van de Telegraaf- en telefoonverordening (hierna: de Ttv) wordt een bij landsbesluit verleende concessie vereist voor het aanleggen en in werking brengen van telegrafen en telefonen, voor zover zulks door anderen dan het Land geschiedt.
2.3
Bij landsbesluit van 22 september 2004 is aan appellante voor een periode van tien jaar en zes maanden, te rekenen vanaf 5 juli 2002, onder daarin nader bepaalde voorwaarden een concessie verleend voor de aanleg, de instandhouding en de exploitatie van een mobiel openbaar telefoonnetwerk in Aruba, bestemd voor het aanbieden van mobiele telefoondiensten binnen haar verzorgingsgebied (hierna de concessie).
Ingevolge artikel 16, tweede lid, van de concessie is een wijziging of uitbreiding van het mobiel openbaar telefoonnetwerk aan goedkeuring van verweerder onderhevig conform de richtlijnen van verweerder.
Ingevolge het vierde lid van dit artikel, wordt, indien het mobiel openbaar telefoonnetwerk wordt afgekeurd, dat met redenen omkleed en wordt er van die afkeuring bewijs afgegeven. Tegen de beslissing tot afkeuring kan beroep worden ingesteld bij de minister belast met telecommunicatie, aldus de tweede volzin van dit artikellid.
Ingevolge het vijfde lid van dit artikel zal herkeuring van het mobiel openbaar telefoonnetwerk iedere vier jaar plaatsvinden en doet verweerder de herkeuring op de vastgestelde technische instel parameters. Indien het mobiel openbaar telefoonnetwerk bij deze herkeuring niet in orde wordt bevonden, treft de concessiehoudster binnen een door de directeur vast te stellen termijn, die niet langer duurt dan negentig dagen, de nodige voorzieningen opdat het functioneren van het netwerk weer voldoet aan de technische eisen en voorwaarden, aldus de laatste volzin van dit artikellid.
2.4
Appellante betoogt dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de brief van 19 augustus 2011 niet is gericht op enig rechtsgevolg. Hierdoor is haar bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
2.5
Gelet op de inhoud ervan heeft verweerder met de brief van 19 augustus 2011 kennelijk beoogd toepassing te geven aan artikel 16, vijfde lid, van de concessie, nadat bij een (her)keuring in juli 2011 van het mobiele telefoonnetwerk van appellante een aantal tekortkomingen is geconstateerd. Met verweerder is het gerecht van oordeel dat artikel 16, vijfde lid, van de concessie geen ander doel heeft dan dat de houder van de concessie, alvorens eventueel op grond van het vierde lid een beschikking houdende afkeuring wordt gegeven, de gelegenheid wordt geboden de bij (her)keuring geconstateerde tekortkomingen te herstellen. Door het bieden van deze gelegenheid worden geen rechtsgevolgen in het leven geroepen. Eerst indien de tekortkomingen naar de opvatting van verweerder niet zijn weggenomen en hij overgaat tot het geven van een beschikking tot afkeuring als bedoeld in het vierde lid is sprake van enig rechtsgevolg. Uit de systematiek van de concessie, meer in het bijzonder artikel 16, leidt het gerecht namelijk af dat het mobiele netwerk als gevolg van een beschikking tot afkeuring niet (langer) krachtens de concessie in werking kan zijn. Een beschikking tot afkeuring kan dan ook op grond van de Lar in rechte worden aangevochten.
2.6
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat verweerder het bezwaar van appellant, nu het niet is gericht tegen een beschikking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Lar, terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Daaraan kan niet afdoen het betoog van appellante dat zij, gelet op de omvang van de investeringen, nodig om enkele van de beweerde tekortkomingen te herstellen, er groot belang bij heeft reeds voordat er definitief omtrent goedkeuring wordt besloten, het oordeel van de rechter te verkrijgen omtrent die tekortkomingen. Dit belang brengt geen verandering in het karakter van de brief van 19 augustus 2011.
2.7
Het beroep is derhalve ongegrond.
2.8
Voor een proceskosten veroordeling bestaat geen aanleiding.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in dit gerecht en uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag, 16 januari 2012 in aanwezigheid van de griffier.