Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Klager],
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
INLEIDING
4 juli 2024 heeft klager de gronden van dat bezwaar aangevuld.
BEOORDELING
Een afwezigheid van (maximaal) 90 dagen staat niet in de weg aan de conclusie dat voldaan is aan de anciënniteitseis. Als de betreffende ambtenaar in de anciënniteitsperiode 90 dagen of langer arbeidsongeschikt is geweest dan wordt daarmee rekening gehouden bij de bepaling van de ingangsdatum van de bevordering. De termijn van 90 dagen geldt bij een anciënniteitsperiode van 4 jaar. Bij een periode van inactiviteit door arbeidsongeschiktheid van 90 dagen of meer wordt de ingangsdatum van de bevordering verschoven met het totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid boven de 90 dagen. Ook wordt rekening gehouden met het aantal dagen in de anciënniteitsperiode waarop door arbeidsongeschiktheid wel deels maar niet volledig is gewerkt.
1 oktober 2022. In hetgeen klager (verder) heeft aangevoerd, zijn geen bijzondere omstandigheden gelegen om te oordelen dat verweerder in dit geval had moeten afwijken van het “90 dagen”-beleid.
CONCLUSIE
BESLISSING
mr. A. de Cuba, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 mei 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.
binnen 30 dagen:
- als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen 30 dagen na de dag van de uitspraak;
- in de andere gevallen: binnen 30 dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).