ECLI:NL:OGAACMB:2025:29

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 januari 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
AUA202302347
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen inpassing in nieuwe formatiestructuur van de Dienst Gevangeniswezen Aruba

In deze zaak heeft klager, werkzaam bij de Dienst Gevangeniswezen Aruba, bezwaar gemaakt tegen zijn inpassing in de nieuwe formatiestructuur. Klager was sinds 24 september 2012 werkzaam als medewerker onderhoud en is per 1 januari 2021 ingepast in de functie van medewerker facilitaire zaken, met een bevordering naar adjunct-commies, schaal 6. Klager is van mening dat hij in de functie van 1e medewerker facilitaire zaken geplaatst had moeten worden, een functie die maximaal gewaardeerd wordt met schaal 9. Hij stelt dat hij deze functie gedurende twee jaar heeft waargenomen en dat dit rechtvaardigt dat hij in deze functie geplaatst wordt.

Het gerecht heeft de zaak behandeld op 20 december 2024, waarbij klager en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het gerecht oordeelt dat de inpassing in een generieke functie terughoudend moet worden getoetst. De rechter concludeert dat de inpassing van klager in de functie van medewerker facilitaire zaken niet onhoudbaar is, ondanks klagers stelling dat hij de hoger gewaardeerde functie lange tijd heeft waargenomen. De rechter verklaart het bezwaar ongegrond en bevestigt de inpassing zoals door verweerder is vastgesteld.

De uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 januari 2025. Klager kan tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 30 januari 2025
Gaza nr. AUA202302347

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar in de zin van de
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klager] ,

wonend te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. R. Lee,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigden: mr. C.L. Geerman en mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

In het landsbesluit van 6 april 2023, no 19 (het bestreden landsbesluit) heeft verweerder klager met ingang van 1 januari 2021 ingepast in de nieuwe formatiestructuur van de Dienst Gevangeniswezen Aruba (DGWA) in de functie van medewerker facilitaire zaken en bevorderd naar de administratieve rang van adjunct-commies, schaal 6. Hij heeft dit besluit op 14 juni 2023 ontvangen.
Hiertegen heeft hij op 3 juli 2023 bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft de gedingstukken en een contramemorie ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld op de zitting van 20 december 2024. Klager en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Voor het Departamento di Recurso Humano (DRH) zijn verschenen [unithoofd], unithoofd operationele zaken bij het DRH en [personeelsfunctionaris 1] en [personeelsfunctionaris 2], beiden personeelsfunctionaris bij het DRH.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Waarover gaat deze zaak?
1 Klager is sinds 24 september 2012 werkzaam in de functie van medewerker onderhoud bij het Korrektie Instituut Aruba (schaal 5). Sinds 1 oktober 2018 is hij in vaste dienst getreden. Met ingang van 1 januari 2021 is klager ingepast in de nieuwe formatiestructuur van de DGWA in de functie van facilitair medewerker. Deze functie, zo blijkt uit het overzicht van de functiegroeperingen (Rapport Verkorte plaatsingsprocedure Dienst Gevangeniswezen Aruba 2021, pag. 4), is een generieke functie. De functie wordt gewaardeerd conform het administratieve rangenstelsel uit de Bezoldigingsregeling Aruba 1986 met als maximale rang adjunct-commies 1ste klasse (schaal 7). Klager is in het bestreden landsbesluit per 1 januari 2021 bevorderd naar de rang van adjunct-commies (schaal 6).
1.1
Klager is het niet eens met dit besluit. Hij stelt dat hij geplaatst had moeten worden in de functie van 1e medewerker facilitaire zaken, een functie die maximaal gewaardeerd wordt met schaal 9. Klager heeft deze functie volgens hem, bij afwezigheid van zijn chef, gedurende twee jaar waargenomen en dat rechtvaardigt volgens hem de plaatsing in deze functie in plaats van de functie van medewerker facilitaire zaken. Klager wijst erop dat de functie die hij wil hebben, ook nog steeds vacant is, wat plaatsing in die functie mogelijk maakt.
Hoe beoordeelt het gerecht het bezwaar?
2 Volgens vaste rechtspraak moet de inpassing in een generieke functie terughoudend worden getoetst. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 2 augustus 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX3562 en 27 januari 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:227. De toetsing is slechts beperkt tot de vraag of de inpassing op voldoende gronden berust. Dit betekent dat pas tot vernietiging van het bestreden landsbesluit kan worden overgegaan als deze inpassing als onhoudbaar moet worden aangemerkt. Daarvoor is ontoereikend de enkele omstandigheid dat inpassing in een ander, hoger gewaardeerd functieprofiel op zichzelf denkbaar en verdedigbaar is. Het gerecht hanteert ditzelfde toetsingskader.
2.1
Klagers stelling dat hij de hoger gewaardeerde functie lange tijd heeft waargenomen, leidt niet tot de conclusie dat de inpassing in de functie van medewerker facilitaire zaken onhoudbaar is. Klager is ingepast in een functie die vergelijkbaar is met zijn oude functie. Dat klager in het verleden de functie van 1e medewerker facilitaire zaken zou hebben waargenomen, kan niet juist zijn, omdat dit een nieuwe functie is. Voor zover al moet worden aangenomen dat klager de functie van zijn chef enige tijd heeft waargenomen, waarover bij verweerder niets bekend is, betekent dat nog niet dat hij bij een reorganisatie ook ingepast zou moeten worden in hogere functie. Waarneming - al dan niet van tijdelijke aard - geeft namelijk geen recht op bevordering naar een hogere functie. De inpassing van klager in de functie van medewerker facilitaire zaken is naar het oordeel van het gerecht niet onhoudbaar.
3 De conclusie is dat het bezwaar ongegrond is.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in ambtenarenzaken, bijgestaan door mr. M.E.C. Bakker, griffier, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 januari 2025 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.