In deze zaak heeft klager, wonende in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn sollicitatie voor de functie van (junior) beleidsmedewerker bij de KPA, zoals meegedeeld door de korpschef in een brief van 17 juli 2024. Klager heeft op 19 augustus 2024 bezwaar ingediend, nadat hij op 16 augustus 2024 had geprobeerd het bezwaarschrift in te dienen, maar dit niet kon doen omdat de griffie gesloten was. Het gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaar tijdig is ingediend, aangezien het bezwaarschrift op 19 augustus 2024 op de griffie is ingeboekt.
Het gerecht heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat de afwijzing van de sollicitatie een voor bezwaar vatbare beslissing is. Klager heeft aangevoerd dat hij recht heeft op een passende overheidsfunctie in schaal 12 of hoger op basis van het Protocol Sociaal Statuut SETAR 2003. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat klager geen rechten kan ontlenen aan dit protocol, aangezien de verplichtingen van het Land en de verantwoordelijke minister op grond van het protocol in november 2005 zijn geëindigd.
De korpschef heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen plek meer beschikbaar is voor een beleidsmedewerker en dat klager's expertise en ervaring onvoldoende zijn voor de functie. Het gerecht heeft geoordeeld dat klager geen concrete bezwaren heeft aangevoerd tegen de afwijzing en dat het bezwaar ongegrond is. De beslissing van het gerecht is gegeven op 23 december 2024, en klager kan tegen deze uitspraak in beroep gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.