In deze zaak heeft klager, een ambtenaar in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister van Algemene Zaken, Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening om de begeleiding in zijn re-integratietraject te beëindigen. De minister heeft klager op 7 december 2023 geïnformeerd dat zijn begeleiding zou stoppen, wat klager op 2 februari 2024 aanvecht. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 11 november 2024, waarbij klager persoonlijk aanwezig was en de minister vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. V.M. Emerencia.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de beëindiging van de begeleiding als een beschikking moet worden aangemerkt, waardoor klager geen aanspraak meer kan maken op actieve begeleiding door het Departemento Recurso Humano (DRH). Klager heeft aangevoerd dat hij recht heeft op een functie op schaal 12, maar het gerecht oordeelt dat hij geen recht heeft op een dergelijke functie en dat de minister zich heeft ingespannen om klager aan een passende functie te helpen. Klager heeft verschillende aangeboden functies geweigerd, wat heeft geleid tot de conclusie dat de minister de begeleiding terecht heeft beëindigd.
De uitspraak van het gerecht op 23 december 2024 verklaart het bezwaar van klager ongegrond. Klager kan in beroep gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, waarbij een termijn van dertig dagen in acht moet worden genomen.