In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 4 december 2023 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een landsbesluit dat haar bevordering naar de rang van hoofdmaatschappelijk werker (schaal 9) met ingang van 1 september 2019 had vastgesteld. Klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.P. Lee, was van mening dat haar bevordering met terugwerkende kracht naar 1 januari 2018 had moeten ingaan, en dat de beslissing van verweerder in strijd was met de beginselen van behoorlijk bestuur. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia, had de bevordering vertraagd vanwege 117 dagen arbeidsongeschiktheid tijdens de anciënniteitsperiode van 1 mei 2017 tot 1 mei 2019, en hanteerde een nieuw 15%-verzuimbeleid dat de ingangsdatum van bevorderingen uitstelt bij overschrijding van dit percentage.
Tijdens de zitting op 23 oktober 2023 heeft het gerecht de argumenten van beide partijen gehoord. Klaagster betoogde dat het nieuwe beleid niet bekend was gemaakt en niet met terugwerkende kracht toegepast kon worden. Het gerecht oordeelde dat verweerder in redelijkheid het 15%-verzuimbeleid niet had mogen toepassen, aangezien dit beleid nog niet was goedgekeurd en er geen voldoende kenbare gedragslijn was. Het gerecht concludeerde dat klaagster, op basis van het oude 90-dagen verzuimbeleid, recht had op bevordering per 1 augustus 2019. Het bestreden landsbesluit werd vernietigd, en verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden opnieuw te beslissen op het verzoek van klaagster om bevordering.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Afl. 1.400,- aan klaagster. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van ambtenarenrecht en de vereisten voor bevordering, evenals de rol van beleidswijzigingen in dergelijke procedures.