In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een besluit van verweerder om haar inkomen aan te passen naar 90% van het volinkomen vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Klaagster, die sinds 30 januari 2020 vrijstelling van dienst wegens ziekte had, was van mening dat de aanpassing van haar bezoldiging in strijd was met de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren. Ze voerde aan dat ze minder dan vierentwintig maanden arbeidsongeschikt was geweest en dat bepaalde dagen niet als arbeidsongeschikte dagen mochten worden meegeteld.
Het gerecht heeft de zaak behandeld op 21 november 2022, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. L.A. Hernandis, en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia. De rechter heeft vastgesteld dat klaagster vanaf 30 januari 2020 tot 1 december 2021 onafgebroken arbeidsongeschikt was, maar dat haar ziekteverzuim afwisselend 100%, 50% en 25% had bedragen. Het gerecht oordeelde dat klaagster recht had op haar vol inkomen gedurende de arbeidsongeschiktheidsperiode tot 30 januari 2022, en dat de beslissing van verweerder om haar bezoldiging te verlagen naar 90% niet op goede gronden was genomen.
De uitspraak leidde tot de conclusie dat het beroep van klaagster gegrond was, en het gerecht heeft de bestreden beschikking vernietigd. Tevens werd bepaald dat het gedeeltelijk ingehouden salaris aan klaagster moest worden terugbetaald. De kosten van het geding werden voor verweerder vastgesteld op Afl. 1.400,-. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is geacht te zijn uitgesproken op 6 maart 2023.