In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 31 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen klager, een ambtenaar werkzaam bij het Departamento di Meteorologico Aruba (DMA), en de Gouverneur van Aruba. Klager was met ingang van 13 oktober 2021 in zijn ambt geschorst op basis van een landsbesluit van 4 februari 2022, wegens dienstbelang en in afwachting van een disciplinaire strafoplegging. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen deze schorsing, welke op 16 maart 2022 werd ingediend. De zaak werd behandeld op 19 september 2022, waarbij klager werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.G. Kock, en de Gouverneur werd vertegenwoordigd door mr. J.J.S. Poeran.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager ontvankelijk is in zijn bezwaar, ondanks dat het bezwaarschrift na de termijn van dertig dagen was ingediend. Klager heeft aangevoerd dat hij ten onrechte is geschorst en dat de beschuldigingen van plichtsverzuim ongegrond zijn. De ambtenarenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de gedragingen van klager die de sfeer op de werkvloer zouden hebben aangetast en de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar zouden hebben gebracht.
De rechter heeft geconcludeerd dat er voldoende grond was voor de schorsing, maar dat deze niet langer mocht duren dan noodzakelijk. Gezien de voortgang van het disciplinaire onderzoek en de omstandigheden rondom klagers terugkeer naar de werkvloer, heeft de rechter de schorsing gewijzigd en bepaald dat deze zal duren tot uiterlijk drie weken na de uitspraak. Het bezwaar van klager is gegrond verklaard, en het landsbesluit van 4 februari 2022 is vernietigd voor zover het de duur van de schorsing betreft. De Gouverneur is veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan klager.