In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar de rang van klerk 1ste klasse (schaal 4). De bestreden beschikking, gedateerd 24 mei 2021, wees het bevorderingsverzoek af op basis van de arbeidsongeschiktheid van klaagster gedurende de beoordelingsperiode. Klaagster had in totaal 274 dagen arbeidsongeschikt gemeld, wat volgens verweerder een negatieve invloed had op haar functioneren en beoordeling. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat zij niet het gehele jaar arbeidsongeschikt was en dat andere collega's in vergelijkbare situaties wel bevorderd zijn.
Het gerecht heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de reguliere termijn was. De rechter oordeelde dat de bestreden beschikking niet voldoende gemotiveerd was en dat de afwijzing van het bevorderingsverzoek niet in overeenstemming was met de geldende regelgeving. Het gerecht heeft geconcludeerd dat de periode van arbeidsongeschiktheid niet zodanig lang was dat dit een negatief oordeel over het functioneren van klaagster rechtvaardigde. De bestreden beschikking is vernietigd en verweerder is opgedragen om binnen drie maanden opnieuw te beslissen op het bevorderingsverzoek van klaagster.
Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op Afl. 1.400,-. De uitspraak is gedaan op 29 augustus 2022 en kan door beide partijen worden aangevochten in hoger beroep bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken.