In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 augustus 2022 uitspraak gedaan in het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn verzoek om terug te komen van een eerder genomen ontslagbesluit. Klager, vertegenwoordigd door drs. M.L. Hassell, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de Minister van Algemene Zaken, Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening, die zijn verzoek om intrekking van het ontslagbesluit van 8 maart 2013 had afgewezen. Het gerecht overwoog dat de beslissing om terug te komen op het ontslagbesluit aan de Gouverneur als bevoegd gezag is voorbehouden. Het gerecht concludeerde dat de afwijzing van klagers verzoek onbevoegd was en vernietigde de bestreden beschikking. Het gerecht benadrukte dat de Gouverneur bij het nemen van een beslissing op het verzoek van klager rekening moet houden met de kennisgeving van niet vervolging door de officier van justitie, die relevant kan zijn voor de beoordeling van het ontslagbesluit. De uitspraak heeft ook implicaties voor de onschuldpresumptie zoals gewaarborgd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het gerecht heeft verweerder bovendien veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan klager, vastgesteld op Afl. 1.400,-.