In deze zaak heeft klager, een docent, bezwaar aangetekend tegen een ministeriële beschikking van 27 juli 2021, waarin hij was aangewezen als docent voor een specifieke opleiding met een bijbehorende vergoeding. Klager diende op 17 september 2021 een pro forma bezwaarschrift in, maar heeft niet voldaan aan de verzoeken van het gerecht om de gronden van zijn bezwaar schriftelijk in te dienen. Het gerecht heeft klager meerdere keren de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar klager heeft hier geen gebruik van gemaakt. Op basis van artikel 46 van de landsverordening ambtenarenrechtspraak kan een bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard als het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld. Het gerecht heeft vastgesteld dat klager de gronden van zijn bezwaar niet heeft aangevuld en heeft daarom besloten het bezwaar zonder nader onderzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak werd gedaan op 7 maart 2022 door rechter W.C.E. Winfield, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.