ECLI:NL:OGAACMB:2022:59

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
7 maart 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
AUA202102735
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar in ambtenarenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft klager, een docent, bezwaar aangetekend tegen een ministeriële beschikking van 27 juli 2021, waarin hij was aangewezen als docent voor een specifieke opleiding met een bijbehorende vergoeding. Klager diende op 17 september 2021 een pro forma bezwaarschrift in, maar heeft niet voldaan aan de verzoeken van het gerecht om de gronden van zijn bezwaar schriftelijk in te dienen. Het gerecht heeft klager meerdere keren de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar klager heeft hier geen gebruik van gemaakt. Op basis van artikel 46 van de landsverordening ambtenarenrechtspraak kan een bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard als het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld. Het gerecht heeft vastgesteld dat klager de gronden van zijn bezwaar niet heeft aangevuld en heeft daarom besloten het bezwaar zonder nader onderzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak werd gedaan op 7 maart 2022 door rechter W.C.E. Winfield, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 7 maart 2022
Gaza nr. AUA202102735

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonende te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN FINANCIËN, ECONOMISCHE ZAKEN EN CULTUUR,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Bij ministeriële beschikking van 27 juli 2021 (de bestreden beschikking) heeft verweerder klager aangewezen als docent van het vak “docent marcheren in de module Praktische Optreden/Benaderingstechnieken” voor de opleiding Kommies der Invoerrechten & Accijnzen 2017-2018. Hierbij is aan klager een vergoeding toegekend van Afl. 1.320,-.
Hiertegen heeft klager op 17 september 2021 een pro forma bezwaarschrift ingediend bij het gerecht.
Het gerecht heeft klager bij e-mail van 13 oktober 2021 in de gelegenheid gesteld om de gronden waarop zijn bezwaarschrift is gericht schriftelijk in te dienen. Aan klager is een termijn gegeven om het verzuim te herstellen.
Het gerecht heeft klager bij e-mail van 10 december 2021 wederom in de gelegenheid gesteld om de gronden waarop zijn bezwaarschrift is gericht schriftelijk in te dienen. Aan klager is wederom een termijn gegeven om het verzuim te herstellen.
Klager heeft het verzuim niet hersteld.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
Het wettelijk kader
1.1
Voor zover hier van belang bepaalt artikel 44, eerste lid, aanhef en onder c, van de landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) dat het bezwaarschrift de gronden waarop het bezwaar berust inhoudt.
1.2
Ingevolge artikel 45 van de La, wijst de rechter de inzender van een bezwaarschrift, die de voorschriften van de artikelen 43, tweede lid, of 44 niet in acht genomen heeft, op het gepleegde verzuim en nodigt hem uit dit binnen een bepaalde termijn te herstellen.
1.3
Ingevolge artikel 46, eerste lid, van de La, kan degene die niet binnen de door de rechter ingevolge het voorgaande artikel bepaalde termijn het door hem gepleegde verzuim heeft hersteld, zonder dat een nader onderzoek vereist is, in zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard worden.
De beoordeling
2.1
Het gerecht stelt vast dat klager de gronden waarop zijn bezwaar berust niet heeft aangevuld. Klager heeft van de hem aangeboden gelegenheid om het verzuim te herstellen geen gebruik gemaakt.
2.2
Nu klager het verzuim niet heeft hersteld zal het bezwaar zonder nader onderzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 7 maart 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.