In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek tot bevordering van klager, een ambtenaar werkzaam als inningscontroleur bij het Hulpbestuurskantoor Savaneta, naar de rang van commies 1ste klasse (schaal 9). De bestreden beschikking van de Gouverneur van Aruba, gedateerd 28 januari 2021, wees het verzoek af op basis van het beleid dat er een minimaal schaalverschil van één moet zijn tussen een diensthoofd en zijn ondergeschikten. Klager had eerder, op 11 september 2020, verzocht om bevordering per 1 januari 2021, maar de Gouverneur stelde dat dit niet mogelijk was zolang zijn chef, die op schaal 10 was ingeschaald, niet naar een hogere schaal werd bevorderd.
Klager diende op 8 februari 2021 een bezwaarschrift in tegen deze afwijzing. Tijdens de zitting op 21 juni 2021 werd de zaak behandeld, waarbij zowel klager als de Gouverneur vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Klager voerde aan dat hij voldeed aan alle bevorderingseisen en dat de afwijzing hem onevenredig benadeelde in zijn bevorderingsmogelijkheden.
Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van de Gouverneur niet in overeenstemming was met de geldende regelgeving en dat klager, die aan alle eisen voldeed, niet onevenredig benadeeld mocht worden door het beleid dat een schaalverschil vereiste. Het gerecht verklaarde het bezwaar van klager gegrond, vernietigde de bestreden beschikking en gaf de Gouverneur de opdracht om binnen drie maanden opnieuw te beslissen op het bevorderingsverzoek van klager. Tevens werd de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, begroot op Afl. 1.400,-.